ECLI:NL:RBDHA:2025:422

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
15 januari 2025
Zaaknummer
EOB-1-2021026273
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing inzake beklag ex artikel 552a Sv betreffende beslag op tacho-combi apparaat en iPhone in het kader van Europees Onderzoeksbevel

Op 15 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beslissing genomen in een zaak waarin klager, geboren in 1984, een klaagschrift indiende tegen het beslag dat op 2 september 2021 was gelegd op een tacho-combi apparaat en een iPhone 11 Pro. Dit beslag was het gevolg van een Europees Onderzoeksbevel (EOB) van de Duitse autoriteiten in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. Klager verzocht om teruggave van de in beslag genomen voorwerpen, omdat hij stelde dat hij niet betrokken was bij enig strafbaar feit en dat het tacho-combi apparaat door hem was aangeschaft voordat het beslag werd gelegd. De rechtbank heeft het beklag op 1 november 2021 behandeld, waarbij klager en de officier van justitie, mr. A.M. Ariese, zijn gehoord. De officier van justitie stelde dat het beklag ongegrond moest worden verklaard, omdat de Duitse autoriteiten om overdracht van de voorwerpen hadden verzocht.

De rechtbank oordeelde dat de toetsing van het beslag en de voortduring daarvan moet voldoen aan de eisen van de wet en dat er geen fundamentele beginselen zijn geschonden. De rechtbank concludeerde dat het EOB, dat was uitgevaardigd in het kader van een lopend strafrechtelijk onderzoek, voldoende grondslag bood voor het beslag. De rechtbank stelde vast dat er geen weigeringsgronden waren en dat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave van de in beslag genomen voorwerpen. Daarom werd het beklag ongegrond verklaard. De beslissing werd ondertekend door de rechter en de griffier en klager heeft de mogelijkheid om beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden binnen veertien dagen na betekening van de beslissing.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK DEN HAAG
Strafrecht
Lurisnummer: EOB-1-2021026273 Raadkamernummer: 21/2547
Beslissing van de rechtbank Den Haag, enkelvoudige raadkamer in strafzaken, op het beklag ex artikel 552a juncto artikel 5.4.10 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:.
[klager]
geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats] wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
hierna: klager.

1.Inleiding

Naar aanleiding van een Europees Onderzoeksbevel (hierna: EOB) van de Duitse autoriteiten, in het kader van een strafrechtelijk onderzoek, is op 2 september 2021 onder klager beslag gelegd op een tacho-combi apparaat voor een Seat en op een iPhone 11 Pro. Van de gegevens op de iPhone is een kopie gèmaakt, de iPhone zelf is teruggegeven.
Klager heeft bij deze rechtbank een klaagschrift ingediend, strekkende tot teruggave van het tacho-combi apparaat en de kopie van de iPhone.

2.De procedure in raadkamer

De rechtbank heeft dit beklag op l november 2021 in raadkamer behandeld en heeft kennisgenomen van het dossier met bovengenoemd lurisnummer.
De Duitse autoriteiten hebben in de aanhef van het door hen uitgevaardigde EOB verzocht om geheimhouding van het onderliggende onderzoek. Het EOB en de onderliggende stukken zijn daarom niet verstrekt aan klager.
Klager is gehoord. De officier van justitie, mr. A.M. Ariese, is gehoord.

3.Het standpunt van klager

Klager heeft zich op het standpunt gesteld dat hij niet bij enig strafbaar feit betrokken is. Het tacho-combi apparaat heeft hij al op 19 januari 2021 gekocht en het serienummer komt niet overeen met het serienummer van de in Duitsland gestolen apparatuur. De kopie van zijn iPhone bevat privégegevens van klager en wil hij daarom graag terug hebben.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het beklag ongegrond moet worden verklaard. Hiertoe heeft hij aangevoerd dat het belang van strafvordering zich verzet tegen teruggave van zowel de kopie van de iPhone als het tacho-combi apparaat, omdat de Duitse autoriteiten om overdracht van deze voorwerpen hebben gevraagd.

5.Het oordeel van de rechtbank

Algemeen
De toetsing van de beklagrechter in verband met de rechtmatigheid van het beslag en de voortduring daarvan omvat de vraag of aan de eisen van de wet is voldaan, en of anderszins geen fundamentele beginselen zijn geschonden. Die toetsing kan tevens betrekking hebben op de gevolgen van de eventuele overdracht van het beslag.
Evenals in beklagprocedures naar aanleiding van beslag dat is gelegd in een Nederlands strafrechtelijk onderzoek behelst de toets van de rechter verder of het belang van strafvordering zich tegen teruggave verzet. Die toets blijft marginaal, nu de omstandigheid dat een staat een EOB uitvaardigt in een (kennelijk) lopend strafrechtelijk onderzoek of strafrechtelijke procedure voldoende is om dit strafvorderlijk belang aan te nemen. Het is immers niet aan de Nederlandse rechter om onderzoek te doen naar de gronden voor het uitvaardigen van het onderliggende rechtshulpverzoek.
Beoordeling in deze zaak
De rechtbank stelt vast dat de Duitse autoriteiten een EOB hebben uitgevaardigd, in het kader van een lopend strafrechtelijk onderzoek. Dit EOB is door de officier van justitie erkend en tenuitvoergelegd. Daarbij is gebruik gemaakt van de bevoegdheid neergelegd in artikel 94 en artikel 104 Sv. De inzet van de bevoegdheden is naar Nederlands recht rechtmatig geschied en er doen zich geen weigeringsgronden als bedoeld in artikel 5.4.4 Sv voor. Het EOB kan naar het oordeel van de rechtbank dienen als grondslag voor het beslag op het tacho-combi apparaat en de kopie van de iPhone, gelet op de bewoordingen van het EOB en de verdenking die daaraan ten grondslag ligt. Daaraan doet niet op voorhand af dat het serienummer van het tacho-combi apparaat niet overeenkomt, in aanmerking genomen dat er nog onderzoek loopt in Duitsland.
Nu de Duitse autoriteiten niet hebben medegedeeld af te zien van het beslag, is er naar het oordeel van de rechtbank een voortdurend belang van strafvordering. Gelet op vorenstaande moet het beklag ongegrond worden verklaard.

6.Beslissing

De rechtbank verklaart het beklag ongegrond.
Aldus gedaan te Den Haag door mr. B.W. Mulder, rechter, in tegenwoordigheid van mr. D.G. Lammerts van Bueren, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van
1 november 2021.
Deze beslissing is ondertekend door de rechter en de griffier.
Tegen deze beslissing kan door klager beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden binnen veertien dagen na de betekening van de beslissing.