Uitspraak
Rechtbank den haag
Vervangende toestemming vakantie, reisdocument en medische behandeling
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak
[de vader] ,
[de moeder] ,
.Deze luidt als volgt.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 24 januari 2025 een mondelinge uitspraak gedaan in een geschil over gezamenlijk gezag tussen de ouders van een minderjarig kind. De vader verzocht om vervangende toestemming voor een vakantie met het kind naar [land 1] en [land 2], de aanvraag van een paspoort en een medische behandeling bij de orthodontist. De ouders zijn in 2023 gescheiden en hebben gezamenlijk het gezag over hun kind, geboren in 2012. De moeder voerde verweer tegen de verzoeken van de vader, met de stelling dat zij haar toestemming pas zou verlenen als het contact met het kind was hersteld. De rechtbank oordeelde dat het afhankelijk stellen van toestemming van contactherstel niet in het belang van het kind is. De rechtbank verleende daarom vervangende toestemming voor de vakantie, de aanvraag van een reisdocument en de medische behandeling, waarbij werd benadrukt dat deze beslissingen in het belang van het kind zijn. De uitspraak werd gedaan door kinderrechter mr. A.P. de Klerk en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.