Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen
[naam 1] en [naam 2] , V-nummers: [v-nummer 1] en [v-nummer 2] , verzoekers
[naam 3], V-nummer: [v-nummer 3] (gemachtigde: mr. J.M. Suurmeijer),
Rechtbank Den Haag
Op 14 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL24.37409 en NL24.37411, waarbij de voorzieningenrechter, mr. D.M. Schuiling, de verzoeken om voorlopige voorzieningen heeft afgewezen. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigden mr. J.M. Suurmeijer en mr. B.W. Zagers, hadden een verzoek ingediend tegen de besluiten van de Minister van Asiel en Migratie, die op 19 september 2024 de aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling had genomen. De minister stelde dat Kroatië verantwoordelijk was voor de behandeling van deze aanvragen.
De verzoekers hebben tegen deze besluiten beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 2 december 2024, waar de verzoekers, hun gemachtigde en de gemachtigde van de minister aanwezig waren, evenals een tolk. Tijdens deze zitting zijn de verzoeken om voorlopige voorzieningen samen met de beroepen behandeld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 14 januari 2025 geoordeeld dat, gezien de uitspraak op de samenhangende beroepen, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom zijn de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.