ECLI:NL:RBDHA:2025:4121

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 maart 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
NL25.2071
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheidsbeginsel Bulgarije

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 17 maart 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker had op 14 januari 2025 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Bulgarije verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag, conform de Dublin-verordening.

De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat, gezien de uitspraak die op dezelfde dag is gedaan in de beroepszaak (zaaknummer NL25.2070), er geen noodzaak meer was voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om die reden afgewezen als kennelijk ongegrond.

De uitspraak is gedaan zonder zitting en is openbaar gemaakt. Er is geen mogelijkheid tot hoger beroep of verzet tegen deze uitspraak, zoals bepaald in artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht. De voorzieningenrechter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.2071

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. D. de Vries),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1. Bij besluit van 14 januari 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen omdat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag.
1.1.
Verzoeker het tegen het bestreden besluit beroep ingesteld (NL25.2070). Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. Bij uitspraak van vandaag (zaaknummer: NL25.2070), heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af als kennelijk ongegrond.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. B.A. Smit, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Artikel 8:83, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht.