Op 7 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over een omgevingsvergunning voor het aanleggen van een parkeerplaats op de Poelgeesterweg 1 te Poelgeest. De vergunninghoudster had op 8 februari 2022 een omgevingsvergunning aangevraagd, die van rechtswege was verleend. Eiser, die zich tegen het besluit had verzet, stelde dat de vergunninghoudster geen belanghebbende was en dat er geen onderzoek had moeten plaatsvinden naar mogelijke licht- en geluidsoverlast.
De rechtbank oordeelde dat de vergunninghoudster, als erfpachter van de grond, wel degelijk belanghebbende was bij de aanvraag. Eiser had niet aangetoond dat de voorgenomen activiteit niet kon worden gerealiseerd. Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de parkeervoorziening binnen het bestemmingsplan paste en dat er geen aanleiding was voor aanvullend onderzoek naar licht- en geluidsoverlast, aangezien dit al bij de vaststelling van het bestemmingsplan was beoordeeld.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat de omgevingsvergunning in stand blijft. Eiser kreeg geen proceskostenvergoeding toegewezen en werd geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter A.J. van der Ven, in aanwezigheid van griffier H.B. Brandwijk.