ECLI:NL:RBDHA:2025:400
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing huisvestingsvergunning op basis van inkomensgrens en informatieplicht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 januari 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een huisvestingsvergunning beoordeeld. Eiseres had op 27 november 2023 een aanvraag ingediend voor een huisvestingsvergunning voor een woonruimte in [plaats]. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Den Haag op 18 december 2023, omdat het inkomen van eiseres niet in redelijke verhouding stond tot de huurprijs van de woonruimte. Eiseres had een huishoudinkomen van €52.763,00, terwijl het toegestane maximum inkomen voor de huurklasse €44.035,00 was.
Eiseres was het niet eens met de afwijzing en voerde aan dat zij niet op de hoogte was gesteld van de vereisten voor een huisvestingsvergunning. Ze stelde dat als zij eerder was geïnformeerd, zij de vergunning in 2022 had kunnen aanvragen, toen haar inkomen voldeed aan de vereisten. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder de aanvraag terecht had afgewezen. Eiseres had niet onderbouwd dat haar inkomen onder de inkomensgrens viel en de rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag rechtmatig was.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van het griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.