ECLI:NL:RBDHA:2025:3943
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar tegen omgevingsvergunning voor het Willem Dreeshuis
Op 7 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen de Vereniging het Dreeskwartier en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. De vereniging had bezwaar gemaakt tegen een omgevingsvergunning die op 8 juli 2022 was verleend aan Stichting Vestia voor het veranderen van het woonzorgcentrum aan de Morsestraat in Den Haag tot 119 zelfstandige woonfuncties. Het college verklaarde het bezwaar van de vereniging op 19 januari 2023 niet-ontvankelijk, omdat de vereniging volgens hen geen belanghebbende was. De vereniging ging hiertegen in beroep.
Tijdens de zitting op 7 januari 2025 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. De rechtbank oordeelde dat de vereniging wel degelijk een collectief belang behartigt, namelijk het behoud en de verbetering van de leefomgeving van bewoners in de directe omgeving van het Willem Dreeshuis. De rechtbank concludeerde dat de vereniging door het maken van bezwaar een bundeling van individuele belangen van omwonenden heeft gerealiseerd, wat hen als belanghebbenden kwalificeert. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van 19 januari 2023 en bepaalde dat het college het griffierecht van € 365,- aan de vereniging moet vergoeden. De uitspraak werd mondeling gedaan en partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.