ECLI:NL:RBDHA:2025:3905

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 maart 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
NL24.49862
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.L.M. Steinebach - de Wit
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van asielaanvragen van Moldavische Roma door de Rechtbank Den Haag

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 11 maart 2025, worden de beroepen van twee Moldavische Roma, een moeder en haar zoon, tegen de afwijzing van hun asielaanvragen beoordeeld. De eisers hebben op 22 oktober 2024 aanvragen ingediend voor verblijfsvergunningen asiel, die door de minister van Asiel en Migratie op 10 december 2024 zijn afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft de beroepen op 20 februari 2025 behandeld, waarbij zowel de eisers als hun gemachtigden aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat de verklaringen van de eisers over hun identiteit en de problemen die zij ondervinden in Moldavië deels geloofwaardig zijn, maar niet voldoende zwaarwegend om asiel te rechtvaardigen. De minister heeft terecht gesteld dat de discriminatie die de eisers ervaren niet leidt tot een onmogelijke bestaanssituatie. De rechtbank wijst erop dat de eisers in Moldavië toegang hebben tot basisvoorzieningen en dat er geen bewijs is dat zij ernstig worden beperkt in hun maatschappelijke functioneren.

De eisers betogen dat zij bij terugkeer naar Moldavië risico lopen op ernstige schade door bedreigingen en mishandelingen van de echtgenoot van eiseres. De rechtbank oordeelt echter dat de minister terecht heeft vastgesteld dat de eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij geen bescherming kunnen krijgen van de Moldavische autoriteiten. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvragen door de minister terecht is.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.49862 en NL24.49857

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 maart 2025 in de zaken tussen

[eiseres], v-nummer: [nummer 1], eiseres

en
[eiser], v-nummer: [nummer 2], eiser
samen: eisers
(gemachtigde: mr. R.S. Frickus),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. N. Hanzaoui).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van eisers tegen de afwijzingen van hun asielaanvragen. Eisers stellen van Moldavische nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum 1] 1971 en op [geboortedatum 2] 1995. Zij hebben op 22 oktober 2024 aanvragen tot het verlenen van verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met de bestreden besluiten van 10 december 2024 deze aanvragen afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft de beroepen op 20 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eisers, de gemachtigde van eisers en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzingen van de asielaanvragen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De beroepen zijn ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eisers leggen aan hun asielaanvragen het volgende ten grondslag. Eisers zijn moeder en zoon en behoren tot de Roma bevolkingsgroep. Eiseres is meerdere keren in elkaar geslagen door haar echtgenoot. Ook is zij door hem bedreigd met een mes. Daarna is zij met haar zoon gevlucht. In Moldavië hebben eisers problemen ondervonden vanwege hun Roma afkomst. Zo worden zij uitgescholden en gediscrimineerd, kunnen zij moeilijk aan werk komen en krijgen zij geen medische zorg.
Het bestreden besluit
5. De minister stelt zich op het standpunt dat de verklaringen van eisers over hun identiteit nationaliteit en herkomst geloofwaardig worden geacht. Dit geldt ook voor de verklaringen van eiseres over de problemen die zij heeft gehad met haar echtgenoot en voor haar verklaringen over dat zij wel eens niet is aangenomen voor een baan omdat zij Roma is. De verklaringen van eiser over de problemen die hij heeft ondervonden vanwege zijn Roma afkomst acht de minister deels geloofwaardig. De minister concludeert vervolgens dat de geloofwaardig bevonden asielelementen niet voldoende zwaarwegend zijn. De minister heeft de asielaanvragen daarom afgewezen als ongegrond.
Hebben eiseres aannemelijk gemaakt dat de discriminatie die zij ondervinden in Moldavië voldoende zwaarwegend is?
6. Eisers betogen dat zij aannemelijk hebben gemaakt dat zij zwaarwegende discriminatie hebben ondervonden in Moldavië. Eisers wijzen daarbij op verschillende rapporten waaruit blijkt dat sprake is van discriminatie tegen Roma in Moldavië. [1] De bevindingen uit deze rapporten worden ondersteund door de verklaringen van eisers. [2] Eisers worden niet aangenomen bij officiële werkgevers vanwege hun Roma etniciteit. Hierdoor worden zij gedwongen om illegaal klusjes te doen. [3] Dit maakt het onmogelijk om op een volwaardige wijze mee te doen in de Moldavische samenleving. Ook bestaat er een risico op uitbuiting van Roma en voor vrouwen is dit risico nog hoger. Verder hebben eisers geen zorgverzekering omdat zij geen baan hebben bij een officiële werkgever. Roma moeten steekpenningen betalen in ruil voor medische zorg. Ook hebben eisers meegemaakt dat hun moeder/oma werd achtergesteld in het ziekenhuis en geen medicatie kreeg. [4] Eiseres zelf moest naar Oekraïne afreizen om geopereerd te kunnen worden aan haar schildklier.
6.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. Niet in geschil is dat in Moldavië sprake is van een maatschappelijk zorgelijke positie voor Roma. De minister heeft zich echter terecht op het standpunt gesteld dat de discriminatie ten aanzien van Roma niet zodanig is dat eisers hierdoor ernstig worden beperkt in hun bestaansmogelijkheden zodat zij onmogelijk op maatschappelijk en sociaal gebied kunnen functioneren. Hierdoor is geen sprake van een daad van vervolging. [5] De minister heeft hierbij terecht betrokken dat uit de verklaringen van eisers niet blijkt dat zij zijn uitgesloten van het maatschappelijk leven in Moldavië. Zo hebben eisers wel in Moldavië kunnen wonen, heeft eiser toegang gehad tot scholing, hebben eisers zonder problemen een identiteitskaart en paspoort verkregen en hebben zij het land op een gecontroleerde wijze verlaten. Ook hebben eiseres (onofficieel) in de agrarische sector gewerkt. Bovendien heeft eiseres verklaard dat medische zorg niet afhankelijk is van het zijn van Roma of niet maar van het hebben van geld. Verder heeft de minister er terecht op gewezen dat eisers met de verwijzingen naar verschillende rapporten niet geconcretiseerd hebben waarom deze rapporten op hen van toepassing zijn en waarom deze nog actueel zijn. De minister heeft bovendien terecht opgemerkt dat het op de weg van eisers ligt om eerst te klagen bij de autoriteiten in Moldavië als zij van mening zijn dat zij niet goed behandeld worden.
Lopen eisers een reëel risico op ernstige schade bij terugkeer naar Moldavië?
7. Eisers betogen dat zij bij terugkeer naar Moldavië risico lopen op ernstige schade omdat zij vrezen voor hun leven door de bedreigingen en mishandelingen van de echtgenoot van eiseres. Eisers kunnen geen effectieve bescherming krijgen van de Moldavische autoriteiten. Eiseres heeft verklaard dat de politie haar vertelde dat zij het zelf maar moest uitzoeken omdat zij Roma is. Eiser heeft hierover verklaard dat de politie hen heeft uitgelachen en verder niks voor hen heeft gedaan. De politie in Moldavië beschouwt huiselijk geweld tegen Roma als cultureel verschijnsel en dit wordt genormaliseerd. [6] Eisers kunnen ook geen bescherming krijgen van andere autoriteiten omdat zij geen geld hebben om hulp te krijgen. [7]
7.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. De rechtbank is van oordeel dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eisers niet aannemelijk gemaakt hebben dat het voor hen niet mogelijk is om bescherming in te roepen van de Moldavische autoriteiten. Hierbij heeft de minister er terecht op gewezen dat eiseres heeft verklaard dat haar echtgenoot is opgepakt en twee keer een nacht in de cel heeft gezeten. Hieruit blijkt wel degelijk dat de autoriteiten actie hebben ondernomen. Ook heeft de minister terecht opgemerkt dat eiseres zich in haar verklaringen, over het niet kunnen krijgen van bescherming, heeft gebaseerd op de ervaringen van andere mensen en hieruit dus niet blijkt dat de autoriteiten eisers niet kunnen of willen helpen. Verder oordeelt de rechtbank dat eiser niet aannemelijk gemaakt heeft dat hij slachtoffer is geworden van het geweld. Dit was alleen gericht op eiseres. Eiser loopt bij terugkeer dus geen reëel risico op ernstige schade. Niet is gebleken dat eiseres alles heeft gedaan wat er in haar mogelijkheden ligt om bescherming van de (hogere) Moldavische autoriteiten te verkrijgen.

Conclusie en gevolgen

8. De beroepen zijn ongegrond. Dat betekent dat de minister de asielaanvragen van eisers terecht heeft afgewezen als ongegrond. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.L.M. Steinebach - de Wit, rechter, in aanwezigheid van mr. T.M.T. Brandsma, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Soros Moldova Foundation, The Phenomenon of Discrimination in Moldova: Perceptions of the Population A Comparative Study, 2015, p. 31, Equal Rights Trust, “No Jobs for Roma”: Situation Report on Discrimination against the Roma in Moldova, 2015, p. 131-132 en 136, International Labour Organizations, ROMA WOMEN AND THE WORLD-OF-WORK IN THE REPUBLIC OF MOLDOVA, 1 April 2018, p. 19-21 en 30.
2.Zie verslag nader gehoor d.d. 4 december 2024, p. 7 en 13 resp. p. 10, 12 en 13.
3.Dit blijkt ook uit Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, COI Focus MOLDAVIË De Roma-minderheid, 4 maart 2022, p. 12.
4.Dat dit voorkomt blijkt ook uit The Roma National Centrum, Report on the situation of Roma and Roma Children’ Rights, maart 2011, p. 3-4.
5.Zoals bedoeld in paragraaf C2/3.2.6 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc 2000).
6.Dit blijkt ook uit Group of Experts on Action against Violence against Women and Domestic Violence (GREVIO), Baseline Evaluation Report Republic of Moldova, 14 januari 2023, p. 32.
7.Dit blijkt ook uit Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, COI Focus MOLDAVIË De Roma-minderheid, 4 maart 2022, p. 21.