In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiseres diende op 22 maart 2023 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd op 19 juli 2024 afgewezen als ongegrond. De rechtbank behandelde het beroep op 9 januari 2025, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister. Eiseres heeft een verleden van bedreigingen door Al-Shabaab in Somalië, wat zij aanvoert als reden voor haar asielaanvraag. De rechtbank concludeert dat de minister de identiteit en herkomst van eiseres geloofwaardig acht, maar de problemen met Al-Shabaab ongeloofwaardig vindt vanwege tegenstrijdige verklaringen van eiseres en haar dochter. Eiseres voerde aan dat het gehoor onzorgvuldig was, vooral na het emotionele nieuws over haar dochter. De rechtbank oordeelt echter dat de hoormedewerker adequaat heeft gehandeld en dat er rekening is gehouden met de omstandigheden van eiseres. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding.