ECLI:NL:RBDHA:2025:3888

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 maart 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
NL24.30719
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van geloofwaardigheid en zorgvuldigheid van het gehoor

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiseres diende op 22 maart 2023 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd op 19 juli 2024 afgewezen als ongegrond. De rechtbank behandelde het beroep op 9 januari 2025, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister. Eiseres heeft een verleden van bedreigingen door Al-Shabaab in Somalië, wat zij aanvoert als reden voor haar asielaanvraag. De rechtbank concludeert dat de minister de identiteit en herkomst van eiseres geloofwaardig acht, maar de problemen met Al-Shabaab ongeloofwaardig vindt vanwege tegenstrijdige verklaringen van eiseres en haar dochter. Eiseres voerde aan dat het gehoor onzorgvuldig was, vooral na het emotionele nieuws over haar dochter. De rechtbank oordeelt echter dat de hoormedewerker adequaat heeft gehandeld en dat er rekening is gehouden met de omstandigheden van eiseres. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.30719

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 maart 2025 in de zaak tussen

[eiseres], v-nummer: [nummer], eiseres

(gemachtigde: mr. C.H.M. Geraedts),
en
de minister van Asiel en Migratie [1]
(gemachtigde: mr. M.J.C. van der Woning).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing haar asielaanvraag. Zij heeft op 22 maart 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 19 juli 2024 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 9 januari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, haar gemachtigde en de gemachtigde van de minister. De dochter van eiseres, [naam dochter], was ook aanwezig op de zitting.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. Het beroep is ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiseres had in Mogadishu een winkel waar ze fruit verkocht. Op enig moment kreeg ze het verzoek van de vrouw van een bekend politicus om fruit te leveren. Dat heeft zij enige tijd gedaan. Vervolgens werd zij benaderd door Al-Shabaab, die wilden dat zij ook spullen van Al-Shabaab bij die politicus thuis af zou leveren. Toen zij dat weigerde werd ze bedreigd door Al-Shabaab en zij hebben haar winkel opgeblazen. Hierbij zijn haar moeder en zoon om het leven gekomen. Daarnaast dreigde de dochter van eiseres uitgehuwelijkt te worden aan een vriend van haar opa en is hiervoor tegen haar en eiseres’ wil in besneden. Eiseres heeft haar dochter laten onderduiken bij een vriendin toen zij in juni 2021 Somalië moest verlaten vanwege de problemen met Al-Shabaab. De dochter van eiseres is in Griekenland kwijtgeraakt toen zij van eiseres werd gescheiden door mensensmokkelaars
.Pas tijdens het nader gehoor in Nederland hoorde eiseres dat haar dochter gevonden was en in Nederland is.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens de minister de volgende relevante elementen: 1) Identiteit, nationaliteit en herkomst, 2) Problemen met Al-Shabaab.
5.1.
De minister stelt zich hierover op het standpunt dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig zijn. De minister acht echter de problemen met Al-Shabaab ongeloofwaardig. Eiseres heeft namelijk tegenstrijdig verklaard over sinds wanneer Al-Shabaab haar bedreigde en heeft wisselend verklaard over of Al-Shabaab haar na de aanslag nog heeft bedreigd. Ook heeft eiseres vaag verklaard over hoe Al-Shabaab haar nieuwe telefoonnummer kon bereiken nadat ze haar oude simkaart had weggedaan. Verder heeft eiseres summier verklaard over het afleveren van fruit bij het huis van de bekende politicus. Eiseres heeft ook tegenstrijdig met haar dochter verklaard over de dood van haar zoon en de problemen met Al-Shabaab. Verder heeft eiseres tegenstrijdig met haar dochter verklaard over de vraag of haar man uit Mogadishu was vertrokken voor eiseres en haar dochter vertrokken waren. Tot slot heeft eiseres tegenstrijdig verklaard over de reis naar Europa. De minister concludeert daarom dat de asielaanvraag ongegrond is.
Heeft het gehoor voldoende zorgvuldig plaatsgevonden?
6. Eiseres voert in haar enige grond aan dat het gehoor onzorgvuldig heeft plaatsgevonden. Eiseres kreeg bij aanvang van het nader gehoor het nieuws dat haar dochter in Nederland is, waarop eiseres emotioneel werd en langdurig keek naar de foto van haar dochter die de hoormedewerker aan haar liet zien. Vervolgens is eiseres slechts gevraagd of ze verder kon of een pauze wilde. Er is niet aan eiseres gevraagd hoe zij zich voelde na het krijgen van het nieuws of wat zij vond van het nieuws. Daar had de hoormedewerker meer over moeten doorvragen. In het begin van het gehoor was eiseres nogmaals emotioneel, sloeg ze haar handen voor haar gezicht en was ze verdrietig. Aan haar is toen niet gevraagd of ze een pauze nodig had. Eiseres had verder tijdens het gehoor last van haar suikerziekte en cholesterol. Daarnaast is eiseres analfabeet en heeft zij moeite met exacte data van gebeurtenissen. Gelet op het voorgaande moet het besluit worden vernietigd vanwege onzorgvuldigheid en moet eiseres opnieuw worden gehoord.
6.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. Voor zover eiseres zich beroept op medische problemen en haar analfabetisme is van belang dat op 25 september 2023 een advies van Medifirst-advies is afgegeven en uit het gehoor blijkt dat rekening is gehouden met dit advies. Ook is rekening gehouden met de omstandigheid dat eiseres analfabeet is en daarom moeite heeft met exacte data. [2] Uit het gehoor blijkt verder dat de hoormedewerker rekening heeft gehouden met het horen van het nieuws over haar dochter en aan eiseres heeft gevraagd of het gehoor door kon gaan. Dat mocht van eiseres. [3] De hoormedewerker die het gehoor met eiseres heeft gedaan, heeft in een bericht van 22 oktober 2024 ook verklaard dat hij er voor open stond om het gehoor op een ander moment verder te laten gaan omdat hij aannam dat het nieuws over haar dochter emotioneel was. Eiseres heeft hierbij aangegeven dat zij door wilde gaan. De hoormedewerker verklaart hierover dat hij de indruk had dat eiseres opleefde door het nieuws en dat zij daarna ook in staat was om te verklaren. Deze handelswijze tijdens het gehoor acht de rechtbank niet als onzorgvuldig. Daar komt bij dat eiseres verder niet bestrijdt dat haar verklaringen tegenstrijdig zijn aan de verklaringen van haar dochter. Dat dergelijke tegenstrijdigheden zouden worden veroorzaakt door het feit dat eiseres analfabeet is of dat ze het nieuws kreeg over haar dochter, volgt de rechtbank niet.

Conclusie en gevolgen

7. De minister heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten, rechter, in aanwezigheid van
mr. S.M. Hampsink, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.
2.Nader gehoor, pagina 3-4.
3.Nader gehoor, pagina 2.