Op 14 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 15 mei 2022 betrokken was bij een verkeersongeval in 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1990 in Bulgarije, reed met een auto op de Harstenhoekweg en negeerde een rood verkeerslicht, waardoor hij in botsing kwam met een motorfiets. De bestuurder van de motorfiets en zijn passagier, [naam 1] en [naam 2], liepen zwaar lichamelijk letsel op, waaronder een sleutelbeenfractuur en brandwonden. De verdachte had bovendien geen geldig rijbewijs, aangezien dit ongeldig was verklaard. Tijdens de zittingen op 10 oktober 2024 en 31 januari 2025 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De officier van justitie eiste een taakstraf van 180 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid. De rechtbank oordeelde dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend had gehandeld, wat leidde tot het ongeval. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele onderdelen van de tenlastelegging, maar achtte de bewezenverklaring van de overtredingen van artikel 6 en artikel 9 van de Wegenverkeerswet 1994 gerechtvaardigd. De rechtbank legde een taakstraf op van 180 uren en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor 12 maanden met een proeftijd van 3 jaren.