In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 februari 2025 een beschikking gegeven over een machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2008. De kinderrechter heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden, die de gecertificeerde instelling vertegenwoordigt. De minderjarige, die emotioneel kwetsbaar is en moeite heeft met hechting, verblijft momenteel bij Jeugdformaat. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige eerder uit huis is geplaatst en dat er een noodzaak is voor een gesloten accommodatie om verdere problemen te voorkomen.
De kinderrechter heeft de procedure op 25 februari 2025 gevoerd met gesloten deuren, waarbij de minderjarige en zijn advocaat aanwezig waren, maar de moeder niet. De kinderrechter heeft de feiten en omstandigheden van de minderjarige in overweging genomen, waaronder eerdere beslissingen tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen en om hem te helpen bij het aangaan van verantwoordelijkheden.
De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor de duur van drie maanden te verlenen, met ingang van 25 februari 2025. De beslissing is mondeling gegeven en op schrift gesteld op 7 maart 2025. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker en andere belanghebbenden binnen de gestelde termijnen.