Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[kind 1], geboren op [geboortedag 1] 2011 in [geboorteplaats 1] ,
[kind 2], geboren op [geboortedag 2] 2012 in [geboorteplaats 1] ,
[kind 3], geboren op [geboortedag 3] 2017 in [geboorteplaats 2] ,
[kind 4], geboren op [geboortedag 4] 2018 in [geboorteplaats 2] ,
[kind 5], geboren op [geboortedag 5] 2020 in [geboorteplaats 3] ,
[gezinshuisouder 2],
[gezinshuisouder 4],
1.Het verdere verloop van de procedure
- de drie verzoekschriften van de Raad met bijlagen, ontvangen op 16 december 2024;
- het verzoekschrift van de gecertificeerde instelling met bijlagen, ontvangen op 17 december 2024;
- de drie brieven over de toetsing van de maatregelen door de Raad, verstuurd door de gecertificeerde instelling, ontvangen op 19 december 2024;
- de beschikking van 4 februari 2025;
- het aanhoudingsverzoek van de advocaat van de moeder, ontvangen op 18 februari 2025;
- het bericht van de Raad van 20 februari 2025.
- [naam 1] namens de Raad;
- [naam 2] namens de gecertificeerde instelling;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader.
2.De feiten
3.De verzoeken van de Raad en het aanhoudingsverzoek van de moeder
4.Het verzoek van de gecertificeerde instelling
Het standpunt van de ouders ten aanzien van het verzoek van de gecertificeerde instelling
6.De beoordeling
11 april 2025om
10.00 uur. De moeder heeft ter zitting te kennen gegeven een groot aantal producties in het geding te willen brengen. Aangezien de rechtbank en de betrokken partijen de gelegenheid moeten krijgen om het verweerschrift met producties aandachtig te kunnen lezen, bepaalt de rechtbank dat de (advocaat van de) moeder het verweerschrift met de producties
uiterlijk 28 maart 2025aan de rechtbank, de verzoeker en de belanghebbenden moet zenden.
7.De beslissing
11 april 2025om
10.00 uur;
uiterlijk 28 maart 2025aan de rechtbank, de verzoeker en de belanghebbenden dient te zenden;
- de Raad;
- de gecertificeerde instelling;
- de moeder;
- de advocaat van de moeder: mr. L. Rijsdam;
- de gezinshuisouders van [kind 1] en [kind 2] ;
- de gezinshuisouders van [kind 4] en [kind 5] ;
- de vader als informant.
gelegen vóór 5 augustus 2025;
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.