ECLI:NL:RBDHA:2025:356
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen bestreden besluit van de minister van Asiel en Migratie niet-ontvankelijk verklaard
Op 14 januari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door gemachtigde R. D. Banet, en de minister van Asiel en Migratie. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van 25 september 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser de gronden van het beroep niet heeft vermeld en dit verzuim niet tijdig heeft hersteld. Volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de rechtbank zonder zitting uitspraak doen in dergelijke gevallen.
De rechtbank heeft eiser in een eerder bericht op 2 oktober 2024 verzocht om binnen vier weken de gronden van het beroep in te dienen. Eiser heeft echter binnen deze termijn geen gronden ingediend. Vervolgens heeft de rechtbank eiser op 29 november 2024 nogmaals de gelegenheid gegeven om de gronden in te dienen, maar ook deze termijn is verstreken zonder dat eiser heeft gereageerd. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging voor het verzuim is gegeven, waardoor het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.