ECLI:NL:RBDHA:2025:3397
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar door het ministerie van Justitie en Veiligheid
Op 22 september 2024 hebben eisers, [eiser 1], [eiser 2] en [eiseres], beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door verweerder, het ministerie van Justitie en Veiligheid, op hun bezwaar van 23 april 2024. Verweerder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om gedingstukken en een verweerschrift in te dienen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het beslissen op het bezwaar is verstreken. Eisers hebben verweerder op 21 juni 2024 in gebreke gesteld en meer dan twee weken later beroep ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit te nemen op het bezwaar. Tevens is verweerder een bestuurlijke dwangsom van € 1.442,- opgelegd, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, tot een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder het door eisers betaalde griffierecht van € 187,- moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M.M. Meijers op 14 maart 2025.