Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Het verloop van de procedure
Overwegingen
Beslissing
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 januari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene wegens een verkeersboete van € 289,00. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De gemachtigde van de betrokkene, M.J.M. Bergers van Boete.nu, voerde voornamelijk procedurele bezwaren aan, waaronder de schending van de hoorplicht door de officier van justitie. De kantonrechter oordeelde dat er geen schending van de hoorplicht had plaatsgevonden, omdat de betrokkene niet in zijn belangen was geschaad. De gemachtigde had voldoende gelegenheid gehad om schriftelijk aanvullend beroep in te dienen. De kantonrechter concludeerde dat de beslissing van de officier van justitie tijdig was genomen, binnen de termijn van twee weken na de ingebrekestelling, en dat er geen reden was voor matiging van de boete. De kantonrechter wees het beroep ongegrond en wees ook de verzoeken om een dwangsom en proceskostenvergoeding af. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier.