Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
2.De feiten
- de heer [naam 1] (hierna: [naam 1] );
- mevrouw [naam 2] (hierna: [naam 2] );
- de heer [naam 3] (hierna: [naam 3] ), en
- de heer [naam 4] (hierna: [naam 4] ).
21.Volledige opgave
Op 8 april 2022 hebben [Axiom B.V.] en [Payment Secured] een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de koop en verkoop van alle aandelen in het kapitaal van [FixedToday]. [ [naam 4] , [naam 2] , [naam 1] ] en uzelf (de “Verkopers”) zijn daarbij, middels diverse vennootschappen, opgetreden als verkopers (gezamenlijk de “Verkopers”). Tevens waren Verkopers betrokken als bestuurders van [Payment Secured] en hebben zij namens deze vennootschap informatie verstrekt.
parent guaranteeaf te geven en dat als gevolg daarvan de lening opeisbaar is geworden.
3.Het geschil
- i) de contractuele rente van 4% per jaar over € 1.899.251,- vanaf 1 april 2024 tot aan de dag van volledige betaling;
- ii) de wettelijke handelsrente op grond van artikel 6:119a van het Burgerlijk Wetboek (BW) ofwel de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW over € 1.899.251,- vanaf 6 februari 2024 tot aan de dag van volledige betaling;
4.De beoordeling
parent guarantee. Daarmee blijft Axiom B.V. in gebreke met het verschaffen van de door haar toegezegde zekerheid, zodat Payment Secured zich ingevolge artikel 6:40 aanhef en onder sub b BW niet meer kan beroepen op de tijdsbepaling in artikel 4 van de geldleningsovereenkomst, aldus nog steeds Payment Secured. De rechtbank volgt Payment Secured hierin niet. In artikel 7.2 van de geldleningsovereenkomst heeft Axiom B.V. niet toegezegd om (zelf) zekerheid te verschaffen, maar om zich
in te spannenvoor het laten afgeven van de
parent guaranteedoor de hoogste vennootschap van het Axiom-concern, in de situatie dat Axiom B.V. zelf niet langer de hoogste vennootschap is. Reeds omdat het hier niet gaat om een resultaatverbintenis, faalt het beroep van Payment Secured op artikel 6:40 aanhef en onder sub b BW. Of artikel 6:40 BW in het onderhavige geval toepassing vindt, kan daarom in het midden blijven.
in plaats daarvande gevolgen van de overeenkomst ter opheffing van het nadeel van de dwaling wijzigen. Zoals hiervoor is overwogen kan Axiom B.V. zich juist níet met succes beroepen op vernietiging van de overeenkomsten, omdat niet is gebleken van bewuste misleiding en een beroep op dwaling op andere gronden rechtsgeldig contractueel is uitgesloten. Reeds daarom zal de rechtbank de overeenkomsten niet wijzigen op grond van artikel 6:230 lid 2 BW.
wegens bedrog. De rechtbank heeft hiervoor al overwogen dat de stelling van Axiom B.V. dat Payment Secured haar heeft bedrogen, onvoldoende door Axiom B.V. is onderbouwd en daarmee niet is komen vast te staan zodat van enig onrechtmatig handelen door Payment Secured niet is gebleken.. Axiom B.V. kan zich dus niet met succes beroepen op opschorting wegens of verrekening met de door haar beweerde vordering uit onrechtmatige daad.
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)