ECLI:NL:RBDHA:2025:3196
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met afwijzing aanvraag
Op 3 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H.J.M. Nijholt, had een aanvraag ingediend die door de minister van Asiel en Migratie was afgewezen. De zitting vond plaats op 21 januari 2025, waarbij de moeder van de verzoeker, een tolk, en de gemachtigden van zowel de verzoeker als de minister aanwezig waren. Tijdens de zitting heeft de verzoeker verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat door de rechtbank is toegewezen, waardoor de verzoeker geen griffierecht hoeft te betalen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat, gezien de uitspraak van vandaag, het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.