ECLI:NL:RBDHA:2025:3196

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 maart 2025
Publicatiedatum
4 maart 2025
Zaaknummer
AWB 24-2820
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met afwijzing aanvraag

Op 3 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H.J.M. Nijholt, had een aanvraag ingediend die door de minister van Asiel en Migratie was afgewezen. De zitting vond plaats op 21 januari 2025, waarbij de moeder van de verzoeker, een tolk, en de gemachtigden van zowel de verzoeker als de minister aanwezig waren. Tijdens de zitting heeft de verzoeker verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat door de rechtbank is toegewezen, waardoor de verzoeker geen griffierecht hoeft te betalen.

De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling geconcludeerd dat, gezien de uitspraak van vandaag, het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 24/2820

uitspraak van de voorzieningenrechter van 3 maart 2025 in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. H.J.M. Nijholt),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. M. Verzijden).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen de afwijzing van de aanvraag van verzoeker.
1.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 21 januari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekers moeder, een tolk, de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de minister.
1.2.
Verzoeker heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht. De rechtbank ziet aanleiding om dit verzoek toe te wijzen. Verzoeker hoeft dus geen griffierecht te betalen.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag [1] heeft de rechtbank op het beroep van verzoeker beslist. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.J. Tijnagel, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 3 maart 2025.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.AWB 24/13210.