ECLI:NL:RBDHA:2025:3105
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit inzake aanvragen voor machtiging tot voorlopig verblijf
In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie op hun aanvragen voor machtiging tot voorlopig verblijf. De rechtbank had eerder, op 17 juli 2024, het beroep van eisers gegrond verklaard en de minister opgedragen om binnen acht weken een besluit te nemen. Echter, op 28 november 2024 hebben eisers opnieuw beroep ingesteld omdat de minister wederom geen besluit had genomen. De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het beroep ontvankelijk en gegrond is, aangezien de minister nog steeds geen besluit had genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 200 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eisers vergoed tot een bedrag van € 453,50 en het griffierecht van € 187. De uitspraak is gedaan op 28 februari 2025.