Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de Minister van Asiel en Migratie, de minister
(gemachtigde: mr. G.T. Cambier).
Procesverloop
Overwegingen
Ambtshalve toetsing
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 februari 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met Marokkaanse nationaliteit. De minister van Asiel en Migratie had op 15 februari 2025 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 24 februari 2025 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is de minister vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft beoordeeld of de bewaring van eiser rechtmatig was. Eiser stelde dat de grondslag voor de bewaring onjuist was, omdat zijn identiteit en nationaliteit al bekend waren bij de minister en er geen risico op onttrekking bestond. De rechtbank oordeelde echter dat de maatregel op de juiste grondslag was opgelegd en dat de zware gronden onder 3b en 3c niet waren betwist. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring rechtmatig was en dat het beroep ongegrond was. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.