Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser
de minister van Asiel en Migratie, de minister.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
1 april 2026 een besluit moet nemen op de aanvraag. Doet de minister dat niet, dan is zij aan eiser een dwangsom verschuldigd. De minister moet ook de maximale bestuurlijke dwangsom aan eiser betalen.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de minister op om vóór 1 april 2026 alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken;
- bepaalt dat de minister aan eiser een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee zij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-;
- stelt de hoogte van de door de minister aan eiser verschuldigde dwangsom als bedoeld in artikel 4:17 van de Awb vast op € 1.442,-;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50.
F.Q. Peters, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.