Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres,
[naam],
[naam],
[naam],
de minister van Asiel en Migratie, de minister.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
30 augustus 2026 de tijd krijgt om alsnog een besluit te nemen en aan de minister een dwangsom wordt opgelegd. De rechtbank stelt ook de door de minister verschuldigde bestuurlijke dwangsom vast.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de minister op om vóór 30 augustus 2026 alsnog een besluit op de aanvraag bekend te maken;
- bepaalt dat de minister aan eiseres een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee zij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van
- stelt de hoogte van de door de minister aan eiseres verschuldigde dwangsom als bedoeld in artikel 4:17 van de Awb vast op € 1.442,-;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50.