ECLI:NL:RBDHA:2025:3060
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van homoseksuele gerichtheid en nieuw medisch onderzoek
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser, van Nigeriaanse nationaliteit, heeft op 14 februari 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die op 29 april 2024 door de minister als ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 11 februari 2024 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is. Eiser heeft aangevoerd dat hij homoseksueel is en problemen heeft ondervonden in Nigeria vanwege zijn geaardheid. De minister heeft echter de geloofwaardigheid van eisers verklaringen over zijn seksuele geaardheid betwist, en de rechtbank steunt deze conclusie. De rechtbank oordeelt dat de verklaringen van eiser onsamenhangend en oppervlakkig zijn, en dat hij niet overtuigend heeft aangetoond dat hij problemen heeft ondervonden als gevolg van zijn homoseksualiteit.
De rechtbank heeft ook overwogen dat de minister zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat er geen nieuw Medifirst-onderzoek nodig was voordat eiser werd gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen medische problemen waren die een zorgvuldig gehoor in de weg stonden. Eiser heeft zijn verklaringen over zijn seksuele geaardheid en de problemen die hij in Nigeria heeft ondervonden niet voldoende onderbouwd, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de minister de aanvraag terecht heeft afgewezen als ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten en de rechtbank verklaart het beroep ongegrond.