Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 23 september 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De minister van Asiel en Migratie heeft op 4 november 2024 de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Eiser is verzocht om te reageren op dit besluit, maar heeft dit niet gedaan. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de asielaanvraag niet-ontvankelijk is, omdat de aanvraag inmiddels is ingewilligd. Eiser heeft in dat geval geen procesbelang meer. Desondanks heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 453,50, omdat eiser terecht beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de wegingsfactor 'licht' van toepassing is, aangezien het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft de beslissing als volgt geformuleerd: het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard en verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50. Deze uitspraak is gedaan op 27 februari 2025 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. Kreeftmeijer, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie.