ECLI:NL:RBDHA:2025:3002
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Veroordeling minister in proceskosten na tegemoetkoming verzoeker in bestuursrechtelijke procedure
Op 27 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij de verzoeker, vertegenwoordigd door mr. V.L. van Wieringen, de minister van Asiel en Migratie heeft aangeklaagd. De rechtbank heeft het verzoek om de minister te veroordelen in de proceskosten toegewezen, omdat het verzoek als kennelijk gegrond werd beschouwd. Dit betekent dat de rechtbank zonder zitting uitspraak heeft gedaan, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister aan de verzoeker tegemoet is gekomen door alsnog een beslissing te nemen op de aanvraag van de verzoeker, die op 24 januari 2023 was ingediend.
De rechtbank heeft de minister veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die zijn vastgesteld op € 453,50. Dit bedrag is berekend op basis van de regels in de Awb en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De uitspraak is openbaar gemaakt en de verzoeker is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van M.A. Postma, griffier.