ECLI:NL:RBDHA:2025:2837
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen maatregel van bewaring opgelegd door de minister van Asiel en Migratie
Op 24 februari 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende de maatregel van bewaring die door de minister van Asiel en Migratie aan eiser is opgelegd. De maatregel is gebaseerd op artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft op 8 februari 2025 beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van de minister, waarbij de maatregel van bewaring werd opgelegd. Dit beroep werd tevens aangemerkt als een verzoek om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 18 februari 2025, die via een beeldverbinding plaatsvond, was eiser aanwezig met zijn gemachtigde, terwijl de minister werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen beroepsgronden heeft aangevoerd en zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Na beoordeling van de door de minister en eiser verstrekte gegevens, concludeerde de rechtbank dat er voldoende gronden zijn om de maatregel van bewaring te rechtvaardigen. De rechtbank oordeelde dat aan de rechtmatigheidsvoorwaarden voor de maatregel was voldaan.
Als gevolg hiervan heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, rechter, in aanwezigheid van mr. I.S. Pruijn, griffier, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.