ECLI:NL:RBDHA:2025:2786

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 februari 2025
Publicatiedatum
25 februari 2025
Zaaknummer
NL24.27941
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In de zaak tussen de verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.S. Nizamoeddin, en de minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. S.H.F. Pols, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 februari 2025 uitspraak gedaan. De verzoekster had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure, welke door de minister op 20 juni 2024 was afgewezen. Tegen dit besluit heeft de verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 januari 2025 behandeld, waarbij de verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van de minister en een tolk, I. Abdel Gabar.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er inmiddels een uitspraak is gedaan in de aanverwante zaak NL24.27940, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Om deze reden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 14 februari 2025 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.27941
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer] , verzoekster
(gemachtigde: mr. M.S. Nizamoeddin),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. S.H.F. Pols).

Procesverloop

Bij besluit van 20 juni 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.27940, op 24 januari 2025 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen I. Abdel Gabar. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.27940, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I. Helmich, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.W.M. Engels, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
14 februari 2025

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.