Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de Minister van Asiel en Migratie, de minister
(gemachtigde: S. Faddach).
Procesverloop
Overwegingen
Ambtshalve toetsing
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 februari 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De minister van Asiel en Migratie had op 10 februari 2025 een maatregel van bewaring opgelegd aan de eiser, die zich in een asielprocedure bevond. De rechtbank heeft het beroep van de eiser tegen deze maatregel behandeld op 17 februari 2025, waarbij de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De rechtbank heeft beoordeeld of de bewaring rechtmatig was, waarbij de minister had gesteld dat de bewaring noodzakelijk was voor het vaststellen van de identiteit en nationaliteit van de eiser en voor het verkrijgen van gegevens voor de beoordeling van de asielaanvraag. De rechtbank concludeerde dat de gronden voor de bewaring voldoende gemotiveerd waren en dat er een risico op onttrekking bestond, gezien de eerdere niet gehonoreerde asielaanvragen van de eiser. De rechtbank oordeelde dat de minister niet had hoeven volstaan met een lichter middel, ondanks de argumenten van de eiser dat hij in vrijheid de beslissing op zijn asielaanvraag wilde afwachten. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 21 februari 2025.