Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.BEHEERMAATSCHAPPIJ [bedrijf 1] B.V.,
2.
BEHEERMAATSCHAPPIJ [bedrijf 2] B.V.,
3.
BEHEER- EN BELEGGINGSMAATSCHAPPIJ [bedrijf 3] B.V.,
1.BEHEERMAATSCHAPPIJ [bedrijf 4] B.V.,
2.
BEHEERMAATSCHAPPIJ [bedrijf 5] B.V.,
1.De procedure
2.Inleiding
3.De feiten
4.De vorderingen
- ii) onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000 per dag;
- iii) te veroordelen in de kosten van dit geding, inclusief de nakosten en vermeerderd met de wettelijke rente.
5.De beoordeling
change of controlsituaties tussen aandeelhouders-rechtspersonen. Bepaald is dat een aanbiedingsplicht geldt als de uiteindelijke zeggenschap over een rechtspersoon die aandelen houdt in BBBZ door één of meer anderen wordt verkregen in de zin van het SER-besluit Fusiegedragsregels 2000 (hierna: Fusiecode), ongeacht of die gedragsregels van toepassing zijn. Onder het verkrijgen van zeggenschap wordt in de Fusiecode in ieder geval verstaan: een juridische fusie zoals bedoeld in Titel 7 van Boek 2 BW. In artikel 13A lid 2 sub a van de Statuten is bepaald dat de aandelen niet hoeven te worden aangeboden als de uiteindelijke zeggenschap over de betreffende aandeelhouder-rechtspersoon of over zijn onderneming wordt verkregen door één of meer bloedverwanten in de rechte neerdalende lijn van [naam 1] .
change of controlsituaties tussen aandeelhouders-rechtspersonen. Partijen hebben, gelet op de tekst van artikel 13A lid 1 waarin expliciet wordt verwezen naar de Fusiecode, met die bepaling kennelijk beoogd een afzonderlijke regeling op te nemen voor gevallen van verkrijging van zeggenschap door een andere rechtspersoon. Daaruit leidt de rechtbank af dat artikel 12 van de Statuten zo moet worden uitgelegd dat deze bepaling ziet op het wegvallen van een aandeelhouder door overlijden of faillissement en, in geval van een aandeelhouder-rechtspersoon, door ontbinding of faillissement en dat artikel 13A van de Statuten betrekking heeft op het verkrijgen van zeggenschap door een andere rechtspersoon, zoals bij een juridische fusie. Nu de Fusie geen ontbinding of faillissement behelst, is artikel 12 lid 1 sub d van de Statuten daarop niet van toepassing.
change of controlis in dit geval evenwel geen sprake. Het gaat immers om een interne herstructurering tussen de persoonlijke beheermaatschappijen van [naam 5] . De rechtbank constateert dat in deze variant van overgang van aandelen (of certificaten) in de Statuten (en de Administratievoorwaarden) niet is voorzien. Daarom moet met behulp van de redelijkheid en billijkheid een nadere aanvullende regel worden geformuleerd.
de factowijziging van zeggenschap, des te meer reden om geen aanbiedingsplicht aan te nemen.