ECLI:NL:RBDHA:2025:2599

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 februari 2025
Publicatiedatum
21 februari 2025
Zaaknummer
NL24.48593
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

Op 19 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening vroeg met betrekking tot zijn asielaanvraag. De verzoeker had eerder een asielaanvraag ingediend, maar deze was op 29 november 2024 door de minister van Asiel en Migratie afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat de verzoeker in Italië internationale bescherming had gekregen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 29 januari 2025 behandeld, maar de verzoeker is niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. B.A. Palm, en mr. A. Bondarev.

In de uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op een andere zaak (NL24.48592), heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er al een uitspraak is gedaan op het beroep. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, in aanwezigheid van griffier S. Voolstra, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.48593

uitspraak van de voorzieningenrechter van 19 februari 2025 in de zaak tussen

[verzoeker], v-nummer: [nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. B.A. Palm),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. A. Bondarev).

Procesverloop

Bij het bestreden besluit van 29 november 2024 heeft de minister de asielaanvraag van eiser afgewezen, omdat eiser in Italië internationale bescherming heeft.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.48592, op 29 januari 2025 op zitting behandeld. Verzoekers zijn niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.48592, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van S. Voolstra, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.