ECLI:NL:RBDHA:2025:2599
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
Op 19 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening vroeg met betrekking tot zijn asielaanvraag. De verzoeker had eerder een asielaanvraag ingediend, maar deze was op 29 november 2024 door de minister van Asiel en Migratie afgewezen. De reden voor de afwijzing was dat de verzoeker in Italië internationale bescherming had gekregen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 29 januari 2025 behandeld, maar de verzoeker is niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. B.A. Palm, en mr. A. Bondarev.
In de uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op een andere zaak (NL24.48592), heeft de rechtbank geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er al een uitspraak is gedaan op het beroep. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, in aanwezigheid van griffier S. Voolstra, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.