In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 februari 2025 een herstelvonnis gewezen in de procedure tussen de DeLorean Motor Company (DMC) en twee gedaagde partijen, aangeduid als [gedaagde partij, sub 1] B.V. en [gedaagde partij, sub 2] B.V. DMC had op 13 februari 2025 verzocht om verbetering van een eerder vonnis van 29 januari 2025, waarin volgens DMC een kennelijke verschrijving was gemaakt in rechtsoverweging 4.65. DMC stelde dat de namen van de partijen in deze rechtsoverweging door elkaar waren gehaald en dat er een omissie was omdat de aanwezigen op de zitting en de behandelende advocaten niet waren vermeld.
De rechtbank heeft de gedaagde partijen in de gelegenheid gesteld om op het verzoek van DMC te reageren. De advocaat van de gedaagde partijen heeft geen bezwaar gemaakt tegen de verzochte wijziging. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke fout die eenvoudig kon worden hersteld. De rechtbank heeft het verzoek van DMC om de wijziging van de tekst in rechtsoverweging 4.65 toegekend, maar het verzoek om de namen van de aanwezigen en advocaten in het vonnis op te nemen, afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen wettelijke verplichting is om deze informatie op te nemen in het vonnis.
In de beslissing heeft de rechtbank de wijziging van de tekst in rechtsoverweging 4.65 vastgelegd en bepaald dat deze wijziging op de minuut van het vonnis van 29 januari 2025 moet worden vermeld. Tevens is gelast dat partijen de ontvangen afschriften van het vonnis van 29 januari 2025 na ontvangst van het herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank moeten retourneren. Het vonnis is uitgesproken door mr. J.B.J. Hoefnagel.