In deze zaak, die op 13 november 2025 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, vordert de vader dat de moeder wordt verplicht om de bij beschikking van 8 oktober 2025 vastgestelde voorlopige zorgregeling na te komen. De ouders, die met elkaar gehuwd zijn geweest, hebben samen twee minderjarige kinderen. De vader stelt dat de moeder al langere tijd weigert om mee te werken aan het contact tussen hem en de kinderen, en vraagt om een dwangsom van € 500,- per keer dat de moeder haar medewerking weigert. De moeder heeft verweer gevoerd en stelt dat de kinderen niet willen zien, wat de vader betwist. De voorzieningenrechter oordeelt dat de voorlopige zorgregeling moet worden nagekomen in het belang van de kinderen. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die maken dat de zorgregeling niet nageleefd kan worden. De voorzieningenrechter legt een regeling op voor contactmomenten tussen de vader en de kinderen, en stelt een dwangsom in voor het geval de moeder niet meewerkt aan de contactmomenten via RondomJou. De kosten worden door beide partijen zelf gedragen.