2.13.In de tweede Nota van Inlichtingen (in de Staatsaanbesteding) zijn – voor zover hier van belang – de volgende vragen en antwoorden opgenomen:
Vraag 44:
“(...)
Dat de Software Vendor ten behoeve van de Aanbestedende dienst persoonsgegevens verwerkt als de Aanbestedende dienst vervolgens gebruik maakt van de gebruiksrechten/diensten betekent – in tegenstelling tot hetgeen u lijkt te veronderstellen - niet dat de opdracht die de Aanbestedende dienst aan de Reseller gaf tevens het verwerken van persoonsgegevens behelsde. En dit betekent dus evenmin dat de Reseller aan de Software Vendor opdracht geeft om persoonsgegevens te verwerken. Indien de Software Vendor ten behoeve van de Aanbestedende dienst (= opdrachtgever = verwerkingsverantwoordelijke) persoonsgegevens verwerkt als de Aanbestedende dienst gebruik maakt van de software (waartoe zij gerechtigd is op grond van het aan haar verstrekte gebruiksrecht), c.q. de aanverwante dienstverlening dan is de Software Vendor
verwerker in de zin van de AVG. Dit betekent dat de Aanbestedende dienst rechtstreeks met de Software Vendor een verwerkersovereenkomst dient te sluiten. Uiteraard kan de winnende Inschrijver/Reseller hierin een bemiddelingsrol vervullen, en kan de opdracht van de Aanbestedende dienst aan Reseller tevens het vervullen van die bemiddelingsrol behelzen, maar niet meer dan dat. Gegadigde is dan ook verbaast over de door de Aanbestedende dienst voorgestelde werkwijze.
(...)
Wij verzoeken u dan ook met klem om de eis dat er bij het sluiten van de Nadere
overeenkomst ook een verwerkersovereenkomst wordt gesloten inzake
gebruiksrechten en aanverwante diensten die geleverd worden door een
Software Vendor met de Winnende Inschrijver/Reseller te laten vallen en de
huidige praktijk voort te zetten. Dit geldt ook voor de eis dat Winnende
Inschrijver/Reseller gehouden is om met eventuele in te zetten onderaannemers
(derden) eenzelfde (sub) verwerkersovereenkomsten te sluiten. Tenslotte
ontvangen wij graag de bevestiging van de Aanbestedende dienst dat er geen
sprake is van sublicentiëring.”
Antwoord:
“
De resellers zijn bij deze aanbestedingsprocedure contractuele wederpartij (juridische leverancier) en leveren de gewenste diensten van de Vendors aan de Deelnemers. Verantwoordelijkheid voor de uitvoering en de contractuele betrokkenheid van de Raamovereenkomst ligt gelet op de uitgangspunten bij deze aanbestedingsprocedure bij de resellers. De omstandigheid dat een reseller feitelijk geen toegang heeft tot de software en de gegevens, doet in principe niets af aan deze rol. De reseller schakelt een Vendor (als onderaannemer) in voor de levering van de dienstverlening voor de Deelnemers en is de enige die de Vendor (als haar onderaannemer) kan aansturen en eventueel aanspreken met betrekking tot de dienstverlening. De afspraken uit de Raamovereenkomst hebben immers geen werking tussen de Deelnemers en de Vendors, omdat de Vendor daarbij geen rechtstreekse contractuele partij is bij de onderhavige Raamovereenkomst. De contractuele relatie (juridische leverancier) bestaat tussen de Deelnemers en de (aanbestede) reseller. Wanneer de reseller een sub-verwerker (als onderaannemer) inschakelt voor de gegevensverwerkingen, dient de reseller door middel van een overeenkomst of een andere rechtshandeling deze sub-verwerker te verplichten minimaal hetzelfde niveau van
gegevensbescherming te bieden als de reseller biedt ten opzichte van de Deelnemers.”
Vraag 55:
“De winnende Inschrijver(s) fungeert/fungeren in de uitvoering van de opdracht als “Reseller(s)” en (weder)verkopen aan de Aanbestedende dienst ‘gebruiksrechten om de door de Software Vendor ontwikkelde standaardsoftware te mogen gebruiken’. Dit gebruiksrecht wordt ook wel een licentie genoemd. De Aanbestedende dienst geeft enkel opdracht aan de Reseller tot inkoop van het gebruiksrecht bij de Software Vendor en wederverkoop van het gebruiksrecht aan de Aanbestedende Dienst. Immers, de Software Vendor is uiteindelijk de
partij die het gebruiksrecht aan Aanbestedende Dienst verstrekt en levert. Het door de Aanbestedende Dienst geschetste model waarbij de Reseller het gebruiksrecht verstrekt, is onjuist. Voorgaande zou immers betekenen dat de Reseller het gebruiksrecht zou sublicentiëren aan de Aanbestedende Dienst, een licentiemodel die de meeste van de door u gevraagde Software Vendoren niet hanteren en waar zij eveneens ook niet in wensen te voorzien. Hetzelfde geldt voor de eventuele aanverwante dienstverlening zoals onderhoud en/of support dat de Software Vendoren rechtstreeks aan de Aanbestedende dienst levert ten
behoeve van de afgenomen licenties. Resellen is simpelweg niets anders dan het
wederverkopen van het gebruiksrechten c.q. aanverwante dienstverlening.
Dat de Software Vendor ten behoeve van de Aanbestedende dienst persoonsgegevens verwerkt als de Aanbestedende dienst vervolgens gebruik maakt van de gebruiksrechten/diensten betekent – in tegenstelling tot hetgeen u lijkt te veronderstellen - niet dat de opdracht die de Aanbestedende dienst aan de Reseller gaf tevens het verwerken van persoonsgegevens behelsde. En dit betekent dus evenmin dat de Reseller aan de Software Vendor opdracht geeft om persoonsgegevens te verwerken. Indien de Software Vendor ten behoeve van de Aanbestedende dienst (= opdrachtgever = verwerkingsverantwoordelijke) persoonsgegevens verwerkt als de Aanbestedende dienst gebruik maakt van de software (waartoe zij gerechtigd is op grond van het aan haar verstrekte gebruiksrecht), c.q. de aanverwante dienstverlening dan is de Software Vendor
verwerker in de zin van de AVG. Dit betekent dat de Aanbestedende dienst rechtstreeks met de Software Vendor een verwerkersovereenkomst dient te sluiten. Uiteraard kan de winnende Inschrijver/Reseller hierin een bemiddelingsrol vervullen, en kan de opdracht van de Aanbestedende dienst aan Reseller tevens het vervullen van die bemiddelingsrol behelzen, maar niet meer dan dat. Gegadigde is dan ook verbaasd over de door de Aanbestedende dienst voorgestelde werkwijze.
Te meer nu dit ook niet strookt met de huidige praktijk bij de Staat. Noch de huidige praktijk bij andere overheidsorganen, zoals gemeenten, waterschappen en provincies. In de situatie waarin gemeenten onder de GIBIT-voorwaarden contracteren met Resellers, sluiten de gemeenten namelijk rechtstreeks een verwerkersovereenkomst met de Software Vendor. Daarenboven wenst Gegadigde te verwijzen naar de gehanteerde werkwijze buiten Nederland, bijvoorbeeld in België waar de Europese Commissie in een recent aangevangen
overheidsopdracht voor de levering van standaardsoftware de directe relatie tussen een Deelnemer/Aanbestedende dienst en een Software Vendor expliciet erkend. En eventuele eindgebruikersvoorwaarden en verwerkersovereenkomsten direct tussen de Software Vendor en Aanbestedende dienst worden gesloten en er van de Reseller enkel een bemiddelende rol wordt verwacht.
Inmiddels hebben wij van meerdere Software Vendoren (waaronder, maar niet uitsluitend IBM, OpenText en SAP) een schriftelijk statement ontvangen dat zij niet bereid zijn om direct met een Reseller een verwerkersovereenkomst te sluiten, nu ook zij zich op het standpunt stellen dat zij niet in opdracht van de Reseller, maar in opdracht van de gebruiker van de software (= Aanbestedende dienst) persoonsgegevens verwerken. Daarenboven vraagt zoals reeds aangegeven de voorgestelde werkwijze om een sublicentie model waarin veruit de meeste Software Vendoren niet in voorzien, danwel wensen te voorzien.
Met andere woorden: de lezing dat tussen Aanbestedende dienst en de Software
Vendor sprake is van een verwerkersrelatie en dus rechtstreeks tussen de
Aanbestedende dienst en de Software Vendor een verwerkersovereenkomst
moet worden gesloten is de juiste. Uw lezing dat de Winnende
Inschrijver/Reseller met de Aanbestedende dienst een verwerkersovereenkomst
moet sluiten inzake gebruiksrechten en aanverwante diensten die rechtstreeks
geleverd worden door een Software Vendor niet.
Daarbij komt dat u door te verlangen dat de Winnende Inschrijver/Reseller een
verwerkersovereenkomst met de Aanbestedende dienst dient te sluiten een onaanvaardbaar risico neerlegt bij de Winnende Inschrijver/Reseller, die zoals hiervoor reeds is aangegeven, afwijkt van hetgeen gebruikelijk is in de markt, noch de verdiensten onder de raamovereenkomst rechtvaardigt. Voorschrift 3.9A Gids Proportionaliteit schrijft voor dat de Aanbestedende dienst het risico dient te alloceren bij de partij die het risico het beste kan beheersen of beïnvloeden. Dat is in de voorgestelde werkwijze niet de Reseller. De Reseller heeft geen enkele invloed op de wijze waarop de Aanbestedende dienst gebruik maakt van haar gebruiksrecht(en) en heeft ook geen enkele invloed op de wijze waarop de
Software Vendor persoonsgegevens verwerkt, noch heeft de Reseller enig mandaat om namens de Software Vendor enige toezeggingen te doen.
Dat de Reseller – zoals u aangeeft – op haar beurt een (sub)verwerkersovereenkomst met de Software Vendor dient te sluiten doet hier niet aan af. De Reseller heeft daarmee geen zekerheid dat zij de volledige claim die de Aanbestedende dienst bij haar neerlegt kan verhalen op de Software Vendor. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat de Software Vendor failliet gaat. Maar denk ook aan de situatie dat de Software Vendor geen onbeperkte
aansprakelijkheid wenst te accepteren (wat veelal het geval is), terwijl de Reseller dit wel jegens de Aanbestedende dienst dient te accepteren op basis van de ARBIT. Dit is extra zorgelijk met het oog op de door de Aanbestedende dienst gestelde offerteplicht.
Met andere woorden: de eis dat de Reseller rechtstreeks met de Aanbestedende
dienst een verwerkersovereenkomst moet sluiten, wanneer er enkel sprake is
van wederverkopen, is disproportioneel. Wij verzoeken u dan ook met klem om de eis dat er bij het sluiten van de Nadere overeenkomst ook een verwerkersovereenkomst wordt gesloten inzake gebruiksrechten en aanverwante diensten die geleverd worden door een
Software Vendor met de Winnende Inschrijver/Reseller te laten vallen en de
huidige praktijk voort te zetten. Dit geldt ook voor de eis dat Winnende
Inschrijver/Reseller gehouden is om met eventuele in te zetten onderaannemers
(derden) eenzelfde (sub) verwerkersovereenkomsten te sluiten. Tenslotte
ontvangen wij graag de bevestiging van de Aanbestedende dienst dat er geen
sprake is van sublicentiëring.”
Antwoord:
“De resellers zijn bij deze aanbestedingsprocedure contractuele wederpartij (juridische leverancier) en leveren de gewenste diensten van de Vendors aan de Deelnemer. Verantwoordelijkheid voor de uitvoering en de contractuele betrokkenheid van de Raamovereenkomst ligt gelet op de uitgangspunten bij deze aanbestedingsprocedure bij de resellers. De omstandigheid dat een reseller feitelijk geen toegang heeft tot de software en de gegevens, doet in principe niets af aan deze rol. De reseller schakelt een Vendor (als onderaannemer) in voor de levering van de dienstverlening voor de Deelnemer en is de enige die de Vendor (als haar onderaannemer) kan aansturen en eventueel aanspreken met betrekking tot de dienstverlening. De afspraken uit de Raamovereenkomst hebben immers geen werking tussen de Deelnemers en de Vendors, omdat de Vendor daarbij geen
rechtstreekse contractuele partij is bij de onderhavige Raamovereenkomst. De contractuele relatie (juridische leverancier) bestaat tussen de Deelnemers en de (aanbestede) reseller. Wanneer de reseller een sub-verwerker (als onderaannemer) inschakelt voor de gegevensverwerkingen, dient de reseller door middel van een overeenkomst of een andere rechtshandeling deze sub-verwerker te verplichten minimaal hetzelfde niveau van
gegevensbescherming te bieden als de reseller biedt ten opzichte van de Deelnemer.”
Vraag 76:
“
De door de Aanbestedende Dienst gedefinieerde aansprakelijkheid onder artikel 26.4 sub d, is voor Gegadigde onacceptabel. Dit geldt temeer, nu de Aanbestedende Dienst middels deze aanbesteding Inschrijvers verplicht om verwerkersovereenkomsten aan te gaan met Deelnemers, indien er onder een Nadere Overeenkomst sprake gaat zijn van de verwerking van persoonsgegevens. Gegadigde is niet de eigenaar van de te leveren software, heeft hier geen toegang tot en verwerkt in de regel zelf dus geen persoonsgegevens middels de software, maar wordt nu wel geacht contractueel op te treden als verwerker en daarmee volledig in te staan voor Vendoren die de persoonsgegevens daadwerkelijk verwerken. Kort gezegd, de Aanbestedende Dienst vraagt Gegadigden nu om in te staan voor het risico van niet-naleving van wet- en regelgeving op het gebied van bescherming van persoonsgegevens, terwijl Gegadigde dat risico voor Vendors in de eerste plaats niet kan beheersen (want: geen eigenaar van de software en dus ook geen toegang tot de software).
Dit gecombineerd met de ongelimiteerde aansprakelijkheid zoals gedefinieerd in artikel 26.4 sub c, levert een disproportioneel groot risico op voor Gegadigde.
Gegadigde verzoekt de Aanbestedende Dienst met klem om een aansprakelijkheidsbeperking op te nemen voor artikel 26.4 sub c. Is de Aanbestedende Dienst hiertoe niet bereid, dan heeft dit serieuze invloed op de inschrijvingsbereidheid van Gegadigde en andere inschrijvers: geen enkele organisatie kan redelijkerwijs gevraagd worden om in te staan voor dusdanig grote risico's die niet door de eigen organisatie beïnvloed en dus beheerst kunnen worden.”
Antwoord:
“
De onder sub d opgenomen uitzondering heeft betrekking op schade als gevolg van het schenden van wet- en regelgeving op het terrein van het beschermen van persoonsgegevens. Het beschermen van natuurlijke personen bij het verwerken van persoonsgegevens is een grondrecht. Schending van dit grondrecht kan leiden tot ernstige schade bij natuurlijke personen.
Voor het verdelen van aansprakelijkheid voor privacyschendingen is in de ARBIT-2022 aansluiting gezocht bij de aansprakelijkheidsverdeling in de AVG. Kort gezegd komt dit neer op toedeling volgens het adagium ‘de vervuiler betaalt’. Dit volgt ook uit de AVG. Een verwerkingsverantwoordelijke is aansprakelijk, tenzij de verwerker niet heeft voldaan aan de specifiek tot verwerkers gerichte verplichtingen van de AVG/Richtlijn
gegevensbescherming politie en justitie, of buiten, dan wel in strijd met, de rechtmatige instructies van de verwerkingsverantwoordelijke heeft gehandeld (doorgaans vastgelegd in een verwerkersovereenkomst). Maximeren van aansprakelijkheid van verwerkers zou afbreuk doen aan het met de AVG beoogde doeltreffende, evenredige en afschrikkende sanctioneren van onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens. Mede daarom bepaalt
lid 4 dat de in de leden 2 en 3 van artikel 26 ARBIT-2022 opgenomen beperkingen van aansprakelijkheid komen te vervallen bij schade door privacyschendingen.”