ECLI:NL:RBDHA:2025:239
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Hindriks
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Algerijnse eiser afgewezen als kennelijk ongegrond, rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende zorgvuldig heeft gehoord
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 9 januari 2025 uitspraak gedaan in een asielzaak. Eiser, een Algerijnse man die sinds 1979 in Nederland verblijft, had een asielaanvraag ingediend die door de minister van Asiel en Migratie was afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld door niet adequaat door te vragen naar de huidige situatie in Algerije en de persoonlijke omstandigheden van eiser. Eiser heeft verklaard dat zijn levenswijze en geloofsovertuiging niet in lijn zijn met de gangbare opvattingen in Algerije, en dat hij vreest voor vervolging bij terugkeer. De rechtbank oordeelt dat de minister niet aannemelijk heeft gemaakt dat eiser geen vrees heeft voor vervolging, en vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank draagt de minister op om eiser opnieuw te horen en een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 1.814 toegewezen.