ECLI:NL:RBDHA:2025:23735

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 december 2025
Publicatiedatum
12 december 2025
Zaaknummer
NL25.50249
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheidsbeginsel

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 december 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekster, die samen met haar minderjarige kinderen een asielaanvraag had ingediend, kreeg te horen dat haar aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Dit besluit was genomen door de minister van Asiel en Migratie op 14 oktober 2025. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank met zaaknummer NL25.50248, waarin het beroep van verzoekster werd behandeld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.50249

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster], V-nummer: [V-nummer], verzoekster

mede namens haar minderjarige kinderen
[kind 1],
[kind 2], en
[kind 3]
(gemachtigde: mr. P.C. Menick),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: mr. A. Sloots).

Procesverloop

Met het besluit van 14 oktober 2025 heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoekster heeft beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Met de uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.50248, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 10 december 2025 door mr. M.L. Weerkamp, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.