ECLI:NL:RBDHA:2025:2371

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 februari 2025
Publicatiedatum
19 februari 2025
Zaaknummer
C/09/676377 / FA RK 24-8529
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgregeling vastgesteld tussen de vader en de kinderen met doorverwijzing naar ouderschapsbemiddeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 februari 2025 een beschikking gegeven in een zorgregeling tussen de vader en zijn twee minderjarige kinderen. De vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. C.E. van der Meijs, verzocht om een zorgregeling waarbij de kinderen bij hem zouden zijn tijdens vakanties en feestdagen, en om videobelmomenten met de kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.A.G. Balkenende, voerde verweer en vroeg om een regeling die meer in haar voordeel zou zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders gezamenlijk gezag uitoefenen over de kinderen, die bij de moeder wonen. De rechtbank heeft de ouders doorverwezen naar ouderschapsbemiddeling om de communicatie te verbeteren, aangezien de communicatie tussen de ouders moeizaam verloopt. De rechtbank heeft besloten dat de kinderen in de week dat zij niet bij de vader zijn, op vrijdag van 12.00/12.15 uur tot 17.00 uur bij de vader zullen zijn. De rechtbank heeft ook de vakanties en feestdagen geregeld, waarbij de ouders grotendeels overeenstemming hebben bereikt. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het verzoek van de vader om een videobelmoment vast te leggen afgewezen, omdat de communicatie tussen de ouders momenteel niet toereikend is voor dergelijke afspraken.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 24-8529
Zaaknummer: C/09/676377
Datum beschikking: 4 februari 2025

Zorgregeling

Beschikking op het op 27 november 2024 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat: mr. C.E. van der Meijs in Zoetermeer.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat: mr. A.A.G. Balkenende in Katwijk.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift.
Op 10 januari 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
  • [naam 1] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).

Feiten

  • Partijen hebben een affectieve relatie gehad met elkaar tot september 2022.
  • Zij zijn de ouders van de volgende nog minderjarige kinderen:
  • [minderjarige 1] ( [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum 1] 2019 in [geboorteplaats] ;
  • [minderjarige 2] ( [minderjarige 2] ), geboren op [geboortedatum 2] 2021 in [geboorteplaats] .
  • De vader heeft de kinderen erkend.
  • De kinderen hebben de hoofdverblijfplaats bij de moeder.
  • De ouders oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit, ingevolge aantekeningen in het gezagsregister van de beschikking van deze rechtbank van 29 februari 2024.
  • Bij beschikking van deze rechtbank van 29 februari 2024 is – voor zover hier van belang – bepaald dat:
  • voortaan aan de ouders gezamenlijk het gezag zal toekomen over de kinderen;
  • er een zorgregeling tussen de kinderen en de vader zal gelden, vanaf 23 februari 2024, waarbij de kinderen bij de vader zijn om de week van vrijdag tot zaterdag met overnachting, en waarbij deze regeling iedere drie maanden – met behulp van de mediator – wordt geëvalueerd;
  • de door de vader aan de moeder, met ingang van 9 mei 2024, te betalen kinderalimentatie voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] € 414,- per maand bedraagt, te weten € 207,- per kind per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.
Tevens zijn de ouders doorverwezen naar de bij hen bekende mediator.

Verzoek en verweer

De vader verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en kosten rechtens, te bepalen dat:
- de kinderen bij de vader zijn:
  • in de even weken van vrijdag 08.00 uur tot zondag voor het werk van vader, waarbij de vader de kinderen op vrijdagochtend naar school brengt en op zondag voor het werk naar de moeder terugbrengt;
  • in de oneven weken
  • in de oneven weken
- de vakanties en feestdagen bij helfte worden verdeeld, waarbij de kinderen in ieder geval bij de vader zijn:
  • zomervakantie: de eerste drie weken van de vakantie;
  • herfstvakantie en voorjaarsvakantie: één van de vakanties, in onderling overleg te bepalen;
  • meivakantie: één week, in onderling overleg te bepalen;
  • kerstvakantie: één week, in onderling overleg te bepalen;
  • 2e Kerstdag: 09.00 uur tot 19.00 uur;
  • in de oneven jaren met oud en nieuw: van 31 januari 15.00 uur tot 1 januari 14.00 uur;
  • Vaderdag: 09.00 uur tot 19.00 uur.
- de kinderen op dinsdag op een voor hun geschikt moment videobellen met de vader, waarbij de moeder dit faciliteert.
De moeder heeft verweer gevoerd, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken, en verzoekt zelfstandig te bepalen dat:
- de vakanties en feestdagen als volgt worden verdeeld:
  • zomervakantie: tijdens de middelste zes weken in de periode vanaf de vroegste eerste vakantiedag van de betreffende landelijke regio tot de laatste vakantiedag van de betreffende landelijke regio, conform hetgeen jaarlijks door de werkgever van de vrouw is vastgesteld, in de even jaren de eerste twee weken en de vijfde week bij de vader en in de oneven jaren de derde en vierde week en de zesde week met de wisseling telkens op de vrijdag om 12.30 uur;
  • herfst- en voorjaarsvakantie doordeweeks met handhaving van het schema van de weekendregeling: in de oneven jaren de voorjaarsvakantie bij de vader en de herfstvakantie bij de moeder en in de even jaren de voorjaarsvakantie bij de moeder en de herfstvakantie bij de vader;
  • meivakantie doordeweeks met handhaving van het schema van de weekendregeling: ieder jaar de week waarin de moeder moet werken (door de moeder op te geven uiterlijk 30 november het kalenderjaar daarvoor) bij de vader;
  • kerstvakantie doordeweeks met handhaving van het schema va de weekendregeling: in de oneven jaren de eerste week van de schoolkerstvakantie bij de vader en de tweede week bij de moeder en in de even jaren de eerste week van de schoolkerstvakantie bij de moeder en de tweede week bij de vader, met dien verstande dat de kinderen op Eerste Kerstdag altijd bij de moeder zijn vanaf 11.00 uur tot Tweede Kerstdag 11.00 uur en bij vader zijn vanaf Tweede Kerstdag 11.00 uur tot 27 december 11.00 uur.
  • oud en nieuw: zoals het valt volgens de verdeling van de eerste en tweede week van de kerstvakantie;
  • Vaderdag: vanaf de zaterdag voor Vaderdag vanaf 18.30 uur tot Vaderdag 18.30 uur bij de vader;
  • Moederdag: vanaf de zaterdag voor Moederdag vanaf 18.30 uur tot Moederdag 18.30 uur bij de moeder;
  • Pasen: 1e Paasdag bij de ouder waar de kinderen conform de reguliere zorgregeling zijn en 2e Paasdag bij de andere ouder;
  • Hemelvaart: de kinderen zijn vanaf Hemelvaartsdag 09.00 uur tot en met de zondag van het weekend aansluitend op Hemelvaartsdag bij de ouder waarbij zij dat weekend zijn conform de reguliere zorgregeling, waarbij de kinderen tot 16.30 uur op zondag bij de vader zijn als het zijn weekend betreft;
  • Pinksteren: de kinderen zijn bij de ouder conform de reguliere zorgregeling;
  • Koningsdag: elk jaar bij de moeder.

Beoordeling

Uit de stukken en hetgeen op de zitting is besproken is het volgende gebleken. De communicatie tussen de partijen verloopt bijzonder moeizaam. De ouders hebben in een mediationtraject bij drs. [naam 2] geprobeerd om nadere afspraken te maken over de zorgregeling tussen de vader en de kinderen. Dat is niet gelukt. De vader hecht veel waarde aan een videobelmoment met de kinderen en toen bleek dat dat voor de moeder niet bespreekbaar was, heeft de vader besloten niet door te gaan met mediation. Er is in het mediationtraject niet toegekomen aan het werken aan de onderlinge communicatie. De vader zou graag meer tijd met de kinderen willen doorbrengen om een betere (hechtings)band met hen op te bouwen. Ook vindt hij het daarbij belangrijk dat hij een-op-een contact met de kinderen heeft. De vader werkt als nationaal vrachtwagenchauffeur en heeft zijn werk zo aangepast dat hij van vrijdagochtend tot en met zondagmiddag standaard is uitgeroosterd. De moeder ervaart de vader als zeer dwingend. Volgens haar zijn de videobelmomenten in het verleden uit de hand gelopen omdat de vader haar te veel bij de gesprekken betrok. Op advies van hulpverlening heeft zij daarom het videobellen gestopt. De moeder ontvangt hulp van de huisarts en het wijkteam met betrekking tot onder andere het maken van weloverwogen keuzes voor de kinderen.
De kinderen zijn op dit moment bij de vader een weekend in de veertien dagen van vrijdagmiddag 12.00/12.15 uur tot zondagmiddag 16.30 uur.
De rechtbank acht het in het belang van de kinderen dat zij, gelet op hun jonge leeftijd, frequenter contact hebben met de vader dan één weekend in de veertien dagen. Er is niet gebleken van concrete zorgen over de veiligheid van de kinderen, die in de weg staan aan een beperkte uitbreiding van de zorgregeling. Beide ouders zijn op vrijdag vrij. De rechtbank zal daarom bepalen dat de kinderen in de week van het weekend dat zij niet bij de vader zijn, op vrijdag vanaf 12.00/12.15 uur tot 17.00 uur bij hem zijn. De moeder brengt [minderjarige 2] , zolang hij nog niet naar school gaat, om 12.00 uur bij de vader thuis, waarna de vader [minderjarige 1] om 12.15 uur ophaalt van school. Zodra [minderjarige 2] ook naar school gaat, haalt de vader de kinderen samen op om 12.15 uur op school. De vader brengt de kinderen om 17.00 uur weer terug bij de moeder. Op de zitting is besproken dat de moeder graag maximaal vier keer per jaar een lang weekend – inclusief de vrijdag – weg zou willen kunnen gaan. De vader is daarmee akkoord gegaan.
De vader wil graag tijd doorbrengen met de kinderen afzonderlijk. De ouders zijn, met het oog op de spanningen tussen hen en hun slechte communicatie, gebaat bij duidelijkheid. De door de vader verzochte regeling brengt onduidelijkheid met zich mee. Om dezelfde reden wijst de rechtbank het verzoek van de vader af om een videobelmoment vast te leggen. Dit is alleen mogelijk als de onderlinge communicatie en de verstandhouding tussen de ouders verbetert. Het organiseren en begeleiden van dergelijke contactmomenten vergt immers de nodige afstemming, waartoe de ouders momenteel niet in staat zijn.
Ten aanzien van de vakanties en de feestdagen hebben de ouders grotendeels een akkoord bereikt gebaseerd op het voorstel van de moeder. Voor zover overeenstemming bestaat, zal de rechter dit vastleggen. Voor het overige beslist de rechtbank als volgt.
Wat de ouders verdeeld houdt, is ten eerste dat de moeder de vakantieregeling voor een deel alleen van toepassing wil verklaren op de doordeweekse dagen en niet op de weekenden. De rechtbank acht het redelijk om te bepalen dat de vakantieregeling bij een vakantie van één week aanvangt op de vrijdag na school en eindigt op de zondagavond om 16.30 uur. Indien de vakantie langer dan één week duurt, vangt de vakantie aan op vrijdag na school en eindigt de betreffende week op zaterdag om 09.00 uur, waarbij de laatste week op zondagavond om 16.30 uur eindigt.
Ten tweede zijn de partijen het niet eens over de verdeling van de zomervakantie. De rechtbank zal hierin het voorstel van de moeder volgen. Het is, gelet op de jonge leeftijd van de kinderen en conform het advies van de Raad, wenselijk dat de kinderen de andere ouder niet langer dan twee aaneengesloten weken niet zien.
Op de zitting is besproken dat de ouders in het belang van de kinderen dienen te werken aan de onderlinge communicatie en een gezamenlijke visie op het ouderschap. Zij hebben zich beiden beraad verklaard om dit te doen via een ouderschapsbemiddelingstraject. De rechtbank zal de ouders in de gelegenheid stellen om deel te nemen aan dit traject, zoals blijkt uit het proces-verbaal van doorverwijzing dat aan deze beschikking is gehecht. Dit proces-verbaal is al per e-mail verzonden naar Jeugdteams Leidse Regio voor deelname aan voornoemd traject en aanmelding bij de betreffende uitvoerende hulpverleningsinstantie. De rechtbank zal deze beschikking per post zenden aan Jeugdteams Leidse Regio.

Beslissing

De rechtbank:
*
bepaalt dat de minderjarigen:
  • [minderjarige 1] geboren op [geboortedatum 1] 2019 in [geboorteplaats] ;
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2021 in [geboorteplaats] ,
bij de vader zullen zijn volgens de volgende reguliere zorgregeling:
A. een weekend in de veertien dagen van vrijdagmiddag 12.00/12.15 uur tot zondagmiddag 16.30 uur, waarbij de moeder [minderjarige 2]
zolang hij nog niet naar school gaatom 12.00 uur bij de vader brengt en de vader [minderjarige 1] om 12.15 uur van school ophaalt, en
zodra [minderjarige 2] naar school gaatde vader beide kinderen van school ophaalt en op zondag bij de moeder thuisbrengt;
B. in de andere week de vrijdag van 12.00/12.15 uur tot 17.00 uur, waarbij de moeder [minderjarige 2]
zolang hij nog niet naar school gaatom 12.00 uur bij de vader brengt, de vader [minderjarige 1] om 12.15 uur van school ophaalt en de vader de kinderen om 17.00 uur bij de moeder thuisbrengt, en
zodra [minderjarige 2] naar school gaatvanaf 12.15 tot 17.00 uur, waarbij de vader de kinderen van school ophaalt en om 17.00 uur bij de moeder thuisbrengt;
bepaalt dat de vakanties en feestdagen als volgt zullen worden verdeeld:
  • zomervakantie: in de oneven jaren de derde, vierde en zesde week bij de vader en de eerste, tweede en vijfde week bij de moeder, en in de even jaren andersom;
  • herfstvakantie: in de oneven jaren bij de moeder en in de even jaren bij de vader;
  • voorjaarsvakantie: in de oneven jaren bij de vader en in de even jaren bij de moeder;
  • meivakantie: ieder jaar de week waarin de moeder moet werken (door de moeder op te geven uiterlijk 30 november van het kalenderjaar daarvoor) bij de vader en de andere week bij de moeder;
  • kerstvakantie: in de oneven jaren de eerste week bij de vader en de tweede week bij de moeder en in even jaren andersom, met dien verstande dat de kinderen op eerste kerstdag altijd bij de moeder zijn vanaf 11.00 uur tot tweede kerstdag 11.00 uur en bij vader zijn vanaf tweede kerstdag 11.00 uur tot 27 december 11.00 uur.
  • oud en nieuw: zoals het valt volgens de verdeling van de eerste en tweede week van de kerstvakantie;
  • vaderdag: vanaf de zaterdag vóór vaderdag vanaf 18.30 uur tot vaderdag 18.30 uur bij de vader;
  • moederdag: vanaf de zaterdag vóór moederdag vanaf 18.30 uur tot moederdag 18.30 uur bij de moeder;
  • Pasen: 1e paasdag bij de ouder waar de kinderen conform de reguliere zorgregeling zijn, waarbij de kinderen tot 16.30 uur op zondag bij de vader zijn als het zijn weekend betreft; 2e paasdag bij de ouder conform de reguliere zorgregeling, derhalve de moeder;
  • Hemelvaart: de kinderen zijn vanaf hemelvaartsdag 09.00 uur tot en met de zondag van het weekend aansluitend op hemelvaartsdag bij de ouder waarbij zij dat weekend zijn conform de reguliere zorgregeling, waarbij de kinderen tot 16.30 uur op zondag bij de vader zijn als het zijn weekend betreft;
  • Pinksteren: de kinderen zijn bij de ouder conform de reguliere zorgregeling, derhalve de moeder;
  • Koningsdag: elk jaar bij de moeder;
bepaalt dat daarbij voorts het volgende geldt:
  • de vakantieregeling bij een vakantie van één week, vangt aan op de vrijdag na school en eindigt op de zondagavond om 16.30 uur; indien de vakantie langer dan één week duurt, vangt de vakantie aan op vrijdag na school en eindigt de betreffende week op zaterdag om 09.00 uur, waarbij de laatste week op zondagavond om 16.30 uur eindigt;
  • de moeder kan maximaal vier keer per jaar de kinderen meenemen voor een ‘lang weekend’ waardoor het contactmoment tussen de vader en de kinderen als bij de reguliere zorgregeling aangeduid met B., geen doorgang kan vinden;
*
stelt vast dat de ouders, te weten:
[de vader] , (
de vader)
wonende in [woonplaats] ,
en
[de moeder] , (
de moeder)
wonende in [woonplaats] ,
bij (aangehecht) proces-verbaal van doorverwijzing zijn verwezen naar Jeugdteams Leidse Regio voor deelname aan het traject Ouderschapsbemiddeling en voor aanmelding bij de uitvoerende hulpverleningsinstantie;
beveelt de griffier binnen twee dagen na heden een afschrift van (de kennisgeving van) deze beschikking te zenden naar Jeugdteams Leidse Regio, Haarlemmerstraatweg 31 – 8519 –
2343LA te Oegstgeest;
*
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Brakel, kinderrechter, bijgestaan door S.A.L. Niemantsverdriet als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 februari 2025.