Op 28 januari 2025 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van de Raad voor de Kinderbescherming betreffende een minderjarige, geboren in 2008. De kinderrechter heeft de minderjarige voorlopig onder toezicht gesteld en een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp. Dit besluit volgde op ernstige zorgen over de fysieke en emotionele veiligheid van de minderjarige, die meerdere keren was weggelopen en in gevaarlijke situaties was aangetroffen. De ouders van de minderjarige hebben ingestemd met het verzoek van de Raad, die zich grote zorgen maakt over de veiligheid van hun dochter. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om de veiligheid van de minderjarige te waarborgen en dat er geen minder ingrijpende maatregelen mogelijk zijn. De kinderrechter heeft de voorlopige ondertoezichtstelling vastgesteld voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid tot verlenging. De kinderrechter heeft ook benadrukt dat het van belang is dat de minderjarige haar schooljaar kan afmaken, en dat de betrokken jeugdbeschermer zich hiervoor zal inzetten. De beschikking is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 11 februari 2025.