ECLI:NL:RBDHA:2025:2349
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en meerderjarigheid in het kader van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 11 februari 2025, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag met het besluit van 23 december 2024 niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 31 januari 2025 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eiser als de minister aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen. Dit is gebaseerd op de Dublinverordening, die bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval heeft Nederland een verzoek om overname gedaan aan Spanje, dat niet tijdig heeft gereageerd, wat betekent dat Spanje de verantwoordelijkheid heeft aanvaard. Eiser, die stelt dat hij minderjarig is, heeft zijn geboortedatum gewijzigd, maar de rechtbank oordeelt dat hij evident meerderjarig is, zoals bevestigd door Spaanse autoriteiten en eerdere leeftijdsschouwen in Nederland.
De rechtbank wijst erop dat eiser geen authentieke identificerende documenten heeft overgelegd die zijn minderjarigheid kunnen aantonen. De stelling van eiser dat hij in Spanje naar een kamp voor minderjarigen is gebracht, wordt niet onderbouwd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Raad van State.