ECLI:NL:RBDHA:2025:23487
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de opzegging van een arbeidsovereenkomst en toewijzing van proceskosten
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 10 november 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoekende partij] en [verwerende partij]. [verzoekende partij] heeft verzocht om de vernietiging van de vermeende opzegging van zijn arbeidsovereenkomst, die hij sinds 1 juni 2022 had met [verwerende partij]. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verwerende partij] niet is verschenen op de mondelinge behandeling, waardoor de opzegging niet kon worden onderbouwd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen rechtsgeldige opzegging heeft plaatsgevonden, aangezien de opzegverboden in artikel 7:670 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn, vooral omdat [verzoekende partij] zich ziek had gemeld. De kantonrechter heeft het primaire verzoek van [verzoekende partij] toegewezen en de opzegging van de arbeidsovereenkomst vernietigd. Daarnaast is [verwerende partij] veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 1.410,00, inclusief griffierecht en salaris van de gemachtigde. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de wettelijke rente over de proceskosten is toegewezen.