ECLI:NL:RBDHA:2025:2348
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het voortduren van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 11 februari 2025, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 29 oktober 2024 en is eerder getoetst in een uitspraak van 22 november 2024. De minister van Asiel en Migratie heeft de rechtbank op 29 januari 2025 geïnformeerd over het voortduren van de maatregel, wat door de rechtbank wordt aangemerkt als een beroep van eiser. Eiser heeft geen gronden aangevoerd tegen het voortduren van de maatregel en de rechtbank heeft ambtshalve geen onrechtmatigheid kunnen vaststellen. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 5 februari 2025 gesloten en besloten dat de zaak niet op zitting behandeld hoeft te worden.
De rechtbank overweegt dat indien de maatregel van bewaring in strijd is met de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) of niet gerechtvaardigd is, het beroep gegrond verklaard kan worden. Echter, de rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring tot het sluiten van het onderzoek rechtmatig was en dat er geen gronden zijn voor het oordeel dat het voortduren van de maatregel onrechtmatig is. Daarom wordt het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. S.A. van Hoof, rechter, in aanwezigheid van mr. D.M. Abrahams, griffier, en is openbaar uitgesproken.