ECLI:NL:RBDHA:2025:23424

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 december 2025
Publicatiedatum
9 december 2025
Zaaknummer
09/180784-24 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing ontnemingsvordering wegens vrijspraak voor mensenhandel

Op 9 december 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een ontnemingszaak met parketnummer 09/180784-24. De rechtbank heeft de ontnemingsvordering van het openbaar ministerie afgewezen, omdat de betrokkene was vrijgesproken van de tenlastegelegde mensenhandel in vereniging. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer, waarbij het onderzoek op de terechtzitting plaatsvond op verschillende data, waaronder 14 mei 2025, 6 en 11 november 2025, en 25 november 2025. Tijdens deze zittingen heeft de officier van justitie, mr. N.Y. Rose, zijn standpunt naar voren gebracht, evenals de betrokkene en zijn raadsvrouw, mr. T. Altindag. De vordering van het openbaar ministerie was gericht op het vaststellen van het wederrechtelijk verkregen voordeel van € 48.482,00, maar door de vrijspraak was er geen grondslag voor deze ontneming. De rechtbank heeft daarom de vordering afgewezen en het vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. L.A. Haas.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/180784-24 (ontneming)
Datum uitspraak: 9 december 2025
Vonnis ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht
De rechtbank Den Haag heeft op de vordering van het openbaar ministerie en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak ten aanzien van de betrokkene:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] ,
op dit moment zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 14 mei 2025 (aanhouding), 6 en 11 november 2025 (inhoudelijk) en 25 november 2025 (sluiting onderzoek).
De rechtbank heeft kennisgenomen van het standpunt dat de officier van justitie, mr. N.Y. Rose, op de terechtzitting heeft ingenomen en van hetgeen door de betrokkene en zijn raadsvrouw, mr. T. Altindag, op de terechtzitting naar voren is gebracht.

2.De inhoud van de vordering

De inleidende schriftelijke vordering van het openbaar ministerie strekt ertoe dat de rechtbank het door de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel zal schatten en vaststellen op een bedrag van € 48.482,00 en aan de betrokkene de verplichting oplegt tot betaling aan de staat van dat bedrag.

3.De grondslag voor ontneming

De ontnemingsvordering is gegrond op het in de strafzaak aan de betrokkene onder feit
1 tenlastegelegde, te weten het medeplegen van mensenhandel ten aanzien van [slachtoffer] . Betrokkene wordt bij vonnis van deze rechtbank van heden echter van feit 1 vrijgesproken. Daarmee is er geen grondslag voor ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.

4.De beslissing

De rechtbank:
wijst af de vordering van het openbaar ministerie ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.M. Zandbergen, voorzitter,
mr. P.C. Goilo-Kam, rechter,
mr. J.G. Bruinsma, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.A. Haas, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 december 2025.