Op 24 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer SGR 24/10069. Verzoekster had een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, nadat haar bezwaar tegen het ontbreken van een omzettingsvergunning voor haar huurwoning kennelijk niet-ontvankelijk was verklaard. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het verzoek niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet tijdig is voldaan. Verzoekster was op 28 december 2024 aangemaand om het griffierecht te betalen, met de waarschuwing dat bij uitblijven van betaling het verzoek niet-ontvankelijk verklaard zou worden. Aangezien verzoekster geen betaling heeft gedaan en ook geen redenen heeft aangedragen voor het uitblijven van de betaling, heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.