ECLI:NL:RBDHA:2025:22558
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met betrekking tot Dublin-overdracht aan Duitsland
Op 28 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL25.50050. De voorzieningenrechter, mr. J.H. Lange, heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit verzoek was ingediend door de verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. H. Diepeveen, tegen de Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. J.A.A. Willems. De aanleiding voor het verzoek was een besluit van de minister van 14 oktober 2025, waarin de aanvraag van de verzoeker voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling werd genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag.
De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 11 november 2025, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk, D.A.H. Ahmed. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is ook een andere zaak, NL25.50048, behandeld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft hij het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 28 november 2025 en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.