ECLI:NL:RBDHA:2025:22539

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 oktober 2025
Publicatiedatum
28 november 2025
Zaaknummer
C/09/688533 / HA ZA 25-626
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
  • C.J-A. Seinen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekzaak tussen Groenstaet Ontwikkeling B.V. en Sve Group B.V. met betrekking tot vorderingen en proceskosten

In deze verstekzaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2025 uitspraak gedaan in de zaak tussen Groenstaet Ontwikkeling B.V., eiseres, en Sve Group B.V., gedaagde. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.J.R. van Binsbergen, heeft de gedaagde opgeroepen via een dagvaarding van 5 juli 2025, met de eerste roldatum op 16 juli 2025. De gedaagde is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De rechtbank heeft de vorderingen van de eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet onrechtmatig of ongegrond zijn. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 85.000,00, vermeerderd met wettelijke rente, en € 236.000,00, eveneens vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten van € 3.380,00 en proceskosten van € 9.875,35. De rechtbank heeft bepaald dat de gedaagde deze bedragen binnen 14 dagen na aanschrijving moet betalen, met extra kosten bij niet-tijdige betaling. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en is openbaar uitgesproken door mr. C.J-A. Seinen.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/688533 / HA ZA 25-626
Vonnis van 8 oktober 2025
in de zaak van
GROENSTAET ONTWIKKELING B.V.te Gouda,
eiseres,
advocaat: mr. C.J.R. van Binsbergen te Bodegraven,
tegen
SVE GROUP B.V.te Hilversum,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 5 juli 2025, tegen de eerste roldatum van 16 juli 2025, met producties 1 tot en met 8;
  • het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Voor de ingestelde vorderingen en de daartoe gestelde feiten verwijst de rechtbank, gelet op artikel 230 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, kortheidshalve naar de aan dit verstekvonnis gehechte en gewaarmerkte kopie van de dagvaarding.
2.2.
Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor. Daarom zal het gevorderde worden toegewezen zoals uitgewerkt in de beslissing.
2.3.
Gedaagde zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 122,35
- griffierecht € 6.861,00
- salaris advocaat € 2.714,00 (1 punt × tarief VI à € 2.714,00)
- nakosten
€ 178,00(met de in de beslissing genoemde eventuele verhoging)
totaal € 9.875,35
2.4.
De over de proceskosten gevorderde rente zal worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing opgenomen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van € 85.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente van artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek (‘BW’) vanaf 5 juli 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
3.2.
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van € 236.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente van artikel 6:119 BW vanaf 29 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
3.3.
veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van € 3.380,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente van artikel 6:119 BW vanaf 5 juli 2025;
3.4.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres begroot op een bedrag van € 9.875,35 te betalen binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe. Als gedaagde niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet gedaagde € 92 extra aan nakosten betalen, plus de kosten van betekening, te vermeerderen met de wettelijke rente van artikel 6:119 BW over deze bedragen vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag waarop de proceskosten volledig zijn betaald;
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J-A. Seinen en in het openbaar uitgesproken op
8 oktober 2025.
Type: 3573