ECLI:NL:RBDHA:2025:22171

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 oktober 2025
Publicatiedatum
24 november 2025
Zaaknummer
C/09/691508 / FA RK 25-6915
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor behandeling minderjarige in het kader van gezagsuitoefening

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 oktober 2025 een beschikking gegeven in een geschil tussen ouders over de vervangende toestemming voor de behandeling van hun minderjarige kind. De moeder heeft verzocht om toestemming om [minderjarige] te laten behandelen door een psycholoog, psychiater of andere hulpverlener, omdat het niet goed gaat met het kind. De vader is niet verschenen in de procedure en heeft geen verweer gevoerd. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift, en de minderjarige heeft zich in raadkamer uitgelaten over het verzoek. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen van 2011 tot 2015 gehuwd zijn geweest en gezamenlijk gezag uitoefenen over [minderjarige], die bij de moeder woont. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek van de moeder niet is weersproken en dat het belang van [minderjarige] zich niet verzet tegen de vervangende toestemming. De rechtbank heeft daarom de toestemming verleend aan de moeder voor de behandeling van [minderjarige], inclusief eventuele medicamenteuze behandeling, en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 25-6915
Zaaknummer: C/09/691508
Datum beschikking: 15 oktober 2025

Gezagsuitoefening

Beschikking op het op 11 september 2025 ingekomen verzoek van:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. E.G.S.N. Asselbergs te Den Haag.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift;
De minderjarige [minderjarige] heeft zich in raadkamer uitgelaten over het verzoek.
Op 8 oktober 2025 is de zaak op een zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de moeder, bijgestaan door haar advocaat. De vader is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

Verzoek

De moeder heeft in het kader van artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BW) verzocht om te proberen om het geschil tussen de ouders te beslechten en wanneer dat niet lukt, om te bepalen dat de toestemming van de vader om [minderjarige] te kunnen laten behandelen door een psycholoog, psychiater of andere hulpverlener wordt vervangen door de toestemming van de rechtbank, althans een beslissing te nemen die de rechtbank juist acht, een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De vader heeft geen verweer gevoerd.

Feiten

- Partijen zijn gehuwd geweest van [datum 1] 2011 tot [datum 2] 2015.
- Zij zijn de ouders van het volgende nog minderjarige kind:
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] (roepnaam: [minderjarige] ).
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over [minderjarige] uit.
- [minderjarige] heeft de hoofdverblijfplaats bij de moeder,
- Bij beschikking van deze rechtbank van 4 juni 2015 is een zorgregeling vastgesteld, waarbij – voor zover van belang – [minderjarige] bij de vader is:
­ de ene week op woensdag na school tot 19.00 uur en van zaterdag 13.30 uur tot zondag 16.00 uur;
­ de andere week op vrijdagmiddag na school tot 19.00 uur.

Beoordeling

Volgens artikel 1:253a eerste lid BW kunnen in het geval van gezamenlijke uitoefening van het gezag geschillen hierover op verzoek van de ouders of van een van hen aan de rechtbank worden voorgelegd. De rechtbank neemt een zodanige beslissing als zij in het belang van het kind wenselijk acht.
De moeder heeft in dit kader verzocht om vervangende toestemming voor de behandeling van [minderjarige] bij een psycholoog, psychiater of andere hulpverlening. Zij stelt daartoe dat het al langere tijd niet goed gaat met [minderjarige] . Ook de zorgcoördinator van school maakt zich zorgen over haar welbevinden en [minderjarige] zal een aangepast rooster gaan volgen. De moeder heeft de vader geprobeerd te bereiken om toestemming te vragen voor haar behandeling. Hoewel het uiteindelijk gelukt is om (via de advocaat) contact te leggen, heeft de vader alsnog nagelaten om ondubbelzinnig zijn toestemming te verlenen. De vader heeft evenwel geen verweer gevoerd. De rechtbank zal het verzoek van de moeder daarom als niet weersproken en op de wet gegrond toewijzen, omdat ook niet is gebleken dat het belang van [minderjarige] zich hiertegen verzet. De rechtbank vindt het juist van groot belang dat zij zo snel mogelijk kan starten met diagnostiek en een behandeling en zal de vervangende toestemming verlenen. Dat geldt wat de behandeling betreft ook voor een eventuele medicamenteuze behandeling, als de behandelaar van [minderjarige] dit nodig acht.

Beslissing

De rechtbank:
verleent toestemming aan de moeder – welke de toestemming van de vader vervangt – voor een behandeling van [minderjarige] bij een psycholoog, psychiater of andere behandelaar, en zo nodig voor medicamenteuze behandeling;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.D.A. Geleijns, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. S.B. Boekema als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 15 oktober 2025.