Op 15 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de vaststelling van geboortegegevens van een verzoekster die zonder geboorteakte in Nederland verblijft. De verzoekster, die volgens de registratie niet-ingezetenen is en geëmigreerd naar een ander land, heeft een verzoek ingediend om de noodzakelijke gegevens voor het opmaken van een geboorteakte vast te stellen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder het verzoekschrift en correspondentie van de ambtenaar van de burgerlijke stand. De rechtbank heeft besloten de zaak zonder mondelinge behandeling te behandelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster de Nederlandse nationaliteit heeft en dat er geen geboorteakte is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag. Op basis van artikel 1:25c van het Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank de geboortegegevens vaststellen, aangezien verzoekster niet kan beschikken over een authentieke geboorteakte. De rechtbank heeft voldoende bewijs gevonden dat de geboorte van verzoekster heeft plaatsgevonden in het buitenland, en heeft de geboortegegevens vastgesteld zoals door de ambtenaar voorgesteld. De rechtbank heeft echter geen oudergegevens vastgesteld, omdat er onvoldoende aanwijzingen zijn over de afstamming van verzoekster. De beschikking is uitgesproken op 15 oktober 2025 door rechter A.M. van der Vliet, bijgestaan door griffier S.B. Boekema.