ECLI:NL:RBDHA:2025:22094
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en de beoordeling van medische omstandigheden in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 november 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de vrijheidsontneming van een eiser die asiel heeft aangevraagd. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, waarbij de eiser zich had verzet tegen een vrijheidsontnemende maatregel die op 16 oktober 2025 was opgelegd op basis van artikel 6, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000. De eiser, die lijdt aan diverse medische aandoeningen zoals hartklachten, hoge cholesterol en diabetes, voerde aan dat de maatregel onevenredig bezwarend was, vooral gezien zijn gezondheidstoestand.
Tijdens de zitting op 13 november 2025 heeft de rechtbank de eiser de gelegenheid gegeven om een medisch dossier in te dienen, wat op 14 november 2025 is gebeurd. De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek op 17 november 2025 gesloten. In haar overwegingen heeft de rechtbank vastgesteld dat de eiser aan de grens een asielaanvraag heeft gedaan, maar niet voldoet aan de toegangsvoorwaarden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vrijheidsontneming gerechtvaardigd was, ondanks de medische klachten van de eiser. De rechtbank concludeerde dat de medische omstandigheden van de eiser geen aanleiding gaven om de maatregel te herzien, aangezien hij toegang had tot medische zorg in het detentiecentrum.
De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen grond was voor het oordeel dat de maatregel onrechtmatig was en heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.