ECLI:NL:RBDHA:2025:21460
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met proceskostenveroordeling
In de zaak met zaaknummer NL25.43033 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 november 2025 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M. Grigorjan, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. J.A.A. Willems, had echter besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Slovenië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Hiertegen heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op 28 oktober 2025 de zaak behandeld, waarbij de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals een tolk. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting is vastgesteld dat er al een uitspraak was gedaan in een samenhangende zaak (NL25.43032), waardoor de voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
Desondanks heeft de voorzieningenrechter de minister veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 907,-. Dit bedrag is gebaseerd op de kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De voorzieningenrechter heeft opgemerkt dat er sprake is van samenhangende zaken, waardoor de kosten op deze manier zijn vastgesteld. De uitspraak is openbaar gemaakt op 12 november 2025 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.