ECLI:NL:RBDHA:2025:21312

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 november 2025
Publicatiedatum
12 november 2025
Zaaknummer
C/09/613996 / FA RK 21-4243
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige omgangsregeling tussen vader en minderjarige onder regie van jeugdbeschermer

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 november 2025 een beschikking gegeven met betrekking tot de omgang tussen de vader en zijn minderjarige kind. De rechtbank heeft besloten dat de omgang voorlopig onder regie van de jeugdbeschermer zal plaatsvinden. Dit besluit volgt op een verzoekschrift dat op 22 juni 2021 is ingediend door de vader, die werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. W.H. Boomstra. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H. Polat, is als belanghebbende aangemerkt. De Stichting Jeugdbescherming West Haaglanden fungeert als informant in deze procedure.

De rechtbank heeft eerder op 1 oktober 2025 de verzoeken omtrent de omgang aangehouden tot de zitting van 15 oktober 2025. Tijdens deze zitting is de behandeling voortgezet, waarbij ook de procedure met betrekking tot de ondertoezichtstelling aan de orde kwam. De kinderrechter heeft op deze zitting besloten om de minderjarige voor de duur van een jaar onder toezicht te stellen, met als doel te onderzoeken welke hulpverlening de minderjarige nodig heeft.

De rechtbank heeft vastgesteld dat, ondanks de inspanningen van de hulpverlening, contactherstel tussen de vader en de minderjarige nog niet heeft plaatsgevonden. De jeugdbeschermer zal de regie voeren over de benodigde hulpverlening en het contactherstel met de vader tot stand brengen. De rechtbank heeft de verzoeken over de omgang aangehouden tot 1 oktober 2026, de datum waarop de ondertoezichtstelling afloopt. De advocaten van de ouders zijn verzocht om zich voor deze pro forma datum uit te laten over de stand van zaken en de gewenste voortgang van de procedure. De beschikking is gegeven door kinderrechter A.S. Perniciaro, in tegenwoordigheid van griffier E.X.R. Yi.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 21-4243
Zaaknummer: C/09/613996
Datum beschikking: 12 november 2025

Omgang

Beschikking op het op 22 juni 2021 ingekomen verzoekschrift van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. W.H. Boomstra te Amsterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. H. Polat te Rijswijk.
Als informant wordt aangemerkt:

Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

Procedure

Bij beschikking van 1 oktober 2025 van deze rechtbank zijn de verzoeken ten aanzien van de omgang aangehouden tot de zitting van 15 oktober 2025.
De rechtbank heeft wederom kennisgenomen van de stukken.
Op 15 oktober 2025 is de behandeling op de zitting van deze rechtbank voortgezet. Het betrof een
gecombineerde behandelingvan zowel de onderhavige procedure als de procedure met betrekking tot de ondertoezichtstelling met zaak- en rekestnummer C/09/692213 / JE RK 25-1679. De schriftelijke uitwerking daarvan is in een aparte beschikking vastgelegd.
Op de zitting van 15 oktober 2025 zijn verschenen:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- [naam 1] , namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad);
- [naam 2] , namens de gecertificeerde instelling.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen in de vorige beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
De rechtbank overweegt dat de kinderrechter [minderjarige] vandaag voor de duur van een jaar onder toezicht heeft gesteld. Een van de doelen van de ondertoezichtstelling is dat wordt onderzocht welke hulpverlening [minderjarige] nodig heeft en dat [minderjarige] die hulp ook krijgt.
Gebleken is dat contactherstel ondanks de intensieve en langdurige inzet van hulpverlening in het vrijwillige kader nog niet van de grond is gekomen, terwijl dit naar het oordeel van de rechtbank wel in het belang van [minderjarige] is. De jeugdbeschermer zal tijdens de ondertoezichtstelling de regie voeren in de benodigde hulpverlening en na overleg en afstemming met de hulpverlening het contactherstel met vader tot stand (laten) brengen. De rechtbank zal daarom bepalen dat het contact tussen de vader en [minderjarige] – als [minderjarige] daar volgens de jeugdbeschermer in staat toe is – voorlopig onder regie van de jeugdbeschermer zal plaatsvinden, waarbij de aard van het contact, de frequentie en de duur van het contact door de jeugdbeschermer zullen worden bepaald.
De rechtbank zal de verzoeken over de omgang aanhouden tot 1 oktober 2026, voor de afloop van de ondertoezichtstelling op 12 november 2026. De rechtbank verzoekt de advocaten van de ouders om zich voor deze pro formadatum uit te laten over de huidige stand van zaken en de gewenste voortgang van de procedure en wat dat betekent voor de nog voorliggende verzoeken. De rechtbank zal daarna beslissen over het verdere verloop van deze procedure.

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat de omgang tussen de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] , en de vader
voorlopigonder regie van de jeugdbeschermer zal plaatsvinden, waarbij het contact, de frequentie van het contact en de duur van het contact door de jeugdbeschermer zullen worden bepaald;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt iedere verdere beslissing
ten aanzien van de omgangaan tot
1 oktober 2026 pro forma.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.S. Perniciaro, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.X.R. Yi als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 12 november 2025.