ECLI:NL:RBDHA:2025:21249
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking asielberoep
Op 11 november 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en de minister van Asiel en Migratie. De verzoeker had een verzoek ingediend om de minister te veroordelen in de proceskosten, nadat hij zijn beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister had ingetrokken. De verzoeker trok zijn beroep in omdat hij zelfstandig naar Syrië was teruggekeerd. De rechtbank heeft de minister de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar de minister heeft aangegeven de kosten niet te willen vergoeden.
De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan en het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen. De rechtbank overweegt dat de verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken zonder dat de minister op dat moment op enige wijze aan hem tegemoetgekomen was. De rechtbank legt uit dat, volgens de wet, een bestuursorgaan alleen in de proceskosten kan worden veroordeeld als het geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen. Aangezien de minister geen beslissing op de asielaanvraag had genomen en de verzoeker niet heeft toegelicht waarom er sprake zou zijn van tegemoetkomen, is er geen aanleiding om de minister te veroordelen tot vergoeding van de proceskosten.
De rechtbank wijst het verzoek om vergoeding van de proceskosten af. De uitspraak is gedaan door rechter G.W.B. Heijmans, in aanwezigheid van griffier C.G.H. van der Holst. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.