ECLI:NL:RBDHA:2025:21248

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 november 2025
Publicatiedatum
12 november 2025
Zaaknummer
NL25.25856
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de aanvraag tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) en heroverweging van een eerder besluit

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 11 november 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) beoordeeld. Eiseres had de mvv aangevraagd met het doel om als gezinslid bij haar vader, de heer [referent], te verblijven. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag en een verzoek tot heroverweging van een eerder besluit afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft afgewezen, omdat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor het beoogde verblijfsdoel. Eiseres was op het moment van de aanvraag 31 jaar oud en kan niet als minderjarige worden aangemerkt. Bovendien valt zij niet onder de standstillbepaling, aangezien zij niet als gezinslid kan worden beschouwd. De rechtbank wijst erop dat het eerdere besluit tot afwijzing in rechte vaststaat en dat er inmiddels 10 jaar is verstreken sinds de eerdere aanvraag. Eiseres heeft in haar beroep enkel de eerder aangevoerde gronden herhaald zonder nieuwe argumenten aan te voeren. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de mvv-aanvraag in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.25856

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 november 2025 in de zaak tussen

[eiseres], v-nummer: [nummer], eiseres

(gemachtigde: mr. I. Özkara),
en

de minister van Asiel en Migratie.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de gehandhaafde afwijzing van de aanvraag tot het verlenen van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) met als doel ‘verblijf als familie- of gezinslid’ bij haar vader de heer [referent] (referent). Ook beoordeelt de rechtbank het beroep tegen de afwijzing van het verzoek van eiseres tot heroverweging van het besluit van de minister van 24 september 2012 op een eerdere mvv-aanvraag.
1.1.
De minister heeft deze aanvraag samen met het heroverwegingsverzoek met het besluit van 21 januari 2025 afgewezen. Met het bestreden besluit van 2 juni 2025 is de minister bij de afwijzing van de aanvraag en het heroverwegingsverzoek gebleven.
1.2.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
1.3.
De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en gevraagd of partijen het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of de minister de gevraagde mvv en het heroverwegingsverzoek heeft mogen afwijzen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eisers.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het bestreden besluit
4. De minister heeft de aanvraag tot het verlenen van een mvv afgewezen en die beslissing bij het bestreden gehandhaafd, omdat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor het beoogde verblijfsdoel. De minister wijst er op dat dit verblijfsdoel voor eiseres eerder is getoetst en dat het eerdere besluit tot afwijzing in rechte vast is komen te staan. [2] Eiseres kan niet worden aangemerkt als minderjarige, omdat zij op het moment van de aanvraag 31 jaar oud was. Ook valt eiseres niet onder het toepassingsbereik van de standstillbepaling [3] , omdat eiseres niet kan worden aangemerkt als gezinslid. De minister heeft de afwijzing van het verzoek om heroverweging van het besluit van 24 september 2012 op de eerdere mvv-aanvraag in stand gelaten, omdat eiseres in 2014 is gehuwd en twee kinderen heeft gekregen. Ook stelt de minister zich op het standpunt dat inmiddels 10 jaar is verstreken en het heroverwegingsverzoek als onredelijk laat ingediend wordt beschouwd.
Verwijzing naar dat wat eerder in de procedure is aangevoerd
5. Eiseres heeft ermee volstaan de eerder aangevoerde gronden in de bezwaarfase te herhalen in de gronden van beroep. Omdat de minister hier in het bestreden besluit gemotiveerd op is ingegaan en eiseres in beroep niet aangeeft wat er in haar ogen verkeerd is aan het bestreden besluit, slaagt het beroep niet.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de afwijzing van de aanvraag voor een mvv in stand blijft. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.W.B. Heijmans, rechter, in aanwezigheid van mr. C.G.H. van der Holst, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
2.ABRvS 11 februari 2014, 201304087/1/V1.
3.Artikel 41, eerste lid, van het Aanvullend Protocol bij de Associatieovereenkomst tussen de